havo 1 herhaling voca A , avoir en etre

oefen so  voor vrijdag 
Bonjour  tout le monde 




 Deze les  ga je oefenen met   voca A   blz. 122 
 en ook met  avoir  en être  ( avoir  chapitre 3 en être  chapitre 1 ) 

1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

oefen so  voor vrijdag 
Bonjour  tout le monde 




 Deze les  ga je oefenen met   voca A   blz. 122 
 en ook met  avoir  en être  ( avoir  chapitre 3 en être  chapitre 1 ) 

Slide 1 - Slide

le père et la mère
A
de moeder en vader
B
de vader en de moeder
C
papa en mama
D
mijn vader en moeder

Slide 2 - Quiz

ils s'appellent
A
zij heet
B
ik heet
C
zij heten
D
hij heet

Slide 3 - Quiz

wat is het verschil tussen
nouveau en nouvelle?

Slide 4 - Open question

l'anniversaire
A
het feest
B
de verjaardag
C
de dag
D
de feestdag

Slide 5 - Quiz

le copain et la copine
A
de neef en nicht
B
de broer en zus
C
de vriendin en de vriend
D
de vriend en de vriendin

Slide 6 - Quiz

beantwoord in een hele zin in het Frans:
Tu as un frère? Oui, ....
of Non,...

Slide 7 - Open question

Beantwoord in het Frans in een hele zin :
Ton frère , il s'appelle comment?

Slide 8 - Open question

schrijf het rijtje van AVOIR op in het Frans.

Slide 9 - Open question

wat betekent AVOIR?

Slide 10 - Open question

welke is juist?
A
elle ont
B
j'ai
C
tu a
D
nous avez

Slide 11 - Quiz

welke is onjuist
A
j'ai
B
tu as
C
ils ont
D
on as

Slide 12 - Quiz

wat betekent être?

Slide 13 - Open question

welke is juist?
A
j'suis
B
tu est
C
ils est
D
vous êtes

Slide 14 - Quiz

welke is onjuist?
A
on est
B
nous êtes
C
je suis
D
elles sont

Slide 15 - Quiz

hoe schrijf je in het Frans:
mijn vriend is nieuw.

Slide 16 - Open question

hoe schrijf je in het Frans:
Het is mijn verjaardag .

Slide 17 - Open question

op welke manier leer jij de woordjes en zinnen van voca A ? Leg dat uit.

Slide 18 - Open question

hoe leer jij de rijtjes van hebben ( avoir) en zijn ( être) ? Leg uit.

Slide 19 - Open question

Merci,  je hebt nu goed geoefend voor de toets ( toetsweek vanaf 25 maart en het gaat over heel hoofdstuk 3 ) 
Nu verder gaan met het online boek: 
1.    chapitre  5    hoofdstukopening  ( 3 opdrachten   ( sommige leerlingen hebben dit al af!)
2.  chapitre  5  onderdeel A  écouter  ( 4 opdrachten) 
Dit is het huiswerk dat je voor vrijdag gemaakt hebt , staat straks op somtoday. 
Leerwerk  :  blijf alles van chapitre 3 herhalen 


Slide 20 - Slide