14.01.25 - Les 8

Goedemiddag heren
1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Goedemiddag heren

Slide 1 - Slide

Inhoud
  • Hoe gaat het met je? ⌚5 Min.
  • Smalltalk: Thema Vakantie/Feestdagen
    ⌚25 Min.
  • Herhaling voegwoorden ⌚10 Min.
  • Herhaling scheidbare ww ⌚5 Min.
  • Thema: Reflexieve werkwoorden ⌚15 Min.
  • Pauze ⌚10 Min.
  • Herhaling: Trappen van vergelijking  ⌚10 Min.
  • Dialoog 15 Min.
  • Afronden ⌚5 Min.

Slide 2 - Slide

Hoe gaat het met je?

Slide 3 - Slide

Smalltalk: Feestdagen/Kerstvakantie

Slide 4 - Slide

Voegwoorden

Slide 5 - Slide

Voegwoorden
  • Het zijn verbindingswoorden (verbinden zinnen aan elkaar)
  • Geven samenhang aan jouw taal
  • Samenhang & structuur
  • Complexiteit en diepgang
  • Vloeiendheid & natuurlijkheid
  • Variatie in uitdrukking
  • Taalniveau & competentie
  • Zelfvertrouwen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Oefening 3 
Schrijf een korte verhaal met de volgende voegwoorden:

- maar
- omdat
- dus
- als
- terwijl

Slide 8 - Slide

Scheidbare Werkwoorden
Een scheidbaar werkwoord is een combinatie van een werkwoord (verbum) en een voorzetsel (prepositie). Beide woorden kan je ook alleen gebruiken, maar samen hebben ze een nieuwe betekenis.




Slide 9 - Slide

Smalltalk: Planning rest v/d week

Slide 10 - Slide

Pauze (10 Min.)

Slide 11 - Slide

Reflexieve Werkwoorden

Slide 12 - Slide

Reflexieve Werkwoorden
Reflexieve werkwoorden zijn werkwoorden waarbij het onderwerp en het lijdend voorwerp dezelfde persoon zijn. Dit betekent dat de handeling die iemand uitvoert, ook op diezelfde persoon gericht is. In het Nederlands herken je reflexieve werkwoorden aan het gebruik van een wederkerend voornaamwoord zoals me, je, zich, ons, of zichzelf.

U kunt zich aanmelden via de website.
Tijdens de vergadering concentreer ik me op de hoofdpunten

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Tijd voor een oefening
  • Macht nun die Aufgaben 1A-1B-3A-4A
  •  Die erste 5 Min. seid ihr ruhig/leise
  • Danach dürft ihr ruhig zusammenarbeiten
  • In 15 Min. werden wir die Aufgaben 1B und 3A überprüfen
  • Seid ihr fertig? Dann bitte ruhig! 
timer
15:00

Slide 15 - Slide

Trappen van vergelijking

Slide 16 - Slide

Trappen van vergelijking
In het Nederlands kennen we drie trappen van vergelijking om verschillen in eigenschappen of kenmerken te beschrijven:
  • Stellende trap: klein
  • Vergrotende trap: kleiner
  • Overtreffende trap: kleinst

Slide 17 - Slide

Oefening
Die Hausaufgabe besprechen

Slide 18 - Slide

Afronding
  • Wat zijn voegwoorden? 
  • Welke voordelen zijn er?
  • Blijf oefenen met voegwoorden!

Slide 19 - Slide

Fijne feestdagen gewenst!

Slide 20 - Slide