This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
Het eigen vermogen van de BV bestaat uit:
A
Obligaties
B
Aandelen vermogen
C
Winstreserve
D
Agio reserve
Slide 1 - Quiz
Welk(e) van onderstaande gebeurtenissen verbeteren de liquiditeit van een onderneming?
A
Aflossing per bank van een hypothecaire lening
B
Een aandelen emissie
C
De aanschaf van een nieuw duurzaam productiemiddel
D
De verkoop op rekening van goederen met winst
Slide 2 - Quiz
Op 1 januari is het debiteuren saldo € 200.000,- Verkoop op rekening het 1e kwartaal is € 720.000,- Krediet termijn voor debiteuren is 1 maand. De opbrengst in het 1e kwartaal is
A
€ 480.000
B
€ 520.000
C
€ 680.000
D
€ 720.000
Slide 3 - Quiz
Op 1 januari is het debiteuren saldo € 200.000,- Verkoop op rekening het 1e kwartaal is € 720.000,- Krediet termijn voor debiteuren is 1 maand. De ontvangst in het 1e kwartaal is
A
€ 480.000
B
€ 520.000
C
€ 680.000
D
€ 720.000
Slide 4 - Quiz
Overige kosten 1e kwartaal bedragen € 240.000,-. Hiervan wordt € 30.000,- betaald in april De kosten voor het 1e kwartaal bedragen
A
€ 210.000
B
€ 240.000
C
€ 270.000
Slide 5 - Quiz
Overige kosten 1e kwartaal bedragen € 240.000,-. Hiervan wordt € 30.000,- betaald in april De uitgaven voor het 1e kwartaal bedragen
A
€ 210.000
B
€ 240.000
C
€ 270.000
Slide 6 - Quiz
De rente van de lening is € 12.000 per jaar en wordt aan het einde van elk kwartaal voldaan. Aan het einde van het 1e kwartaal wordt er € 5.000 afgelost. De kosten voor het 1e kwartaal bedragen:
A
€ 3.000
B
€ 4.000
C
€ 8.000
D
€ 12.000
Slide 7 - Quiz
De rente van de lening is € 12.000 per jaar en wordt aan het einde van elk kwartaal voldaan. Aan het einde van het 1e kwartaal wordt er € 5.000 afgelost. De uitgaven voor het 1e kwartaal bedragen:
A
€ 3.000
B
€ 8.000
C
€ 12.000
D
€ 17.000
Slide 8 - Quiz
Het dept ratio is gedaald van 0,80 naar 0,72 Beoordeel deze daling:
A
De solvabiliteit is gestegen
B
De solvabiliteit is gedaald
C
De liquiditeit is gestegen
D
De liquiditeit is gedaald
Slide 9 - Quiz
Het current ratio is gestegen van 2,2 naar 2,8. Beoordeel deze stijging:
A
De solvabiliteit is gestegen
B
De solvabiliteit is gedaald
C
De liquiditeit is gestegen
D
De liquiditeit is gedaald
Slide 10 - Quiz
De REV voor belasting is 15% De IVV is 6% De RTV voor belasting is 12% Hier is sprake van: