Sociale Hygiëne les 1 Intro

Sociale Hygiene
Le
1 / 35
next
Slide 1: Slide
RecreatieMiddelbare schoolMBOvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Sociale Hygiene
Le

Slide 1 - Slide

les 1: doel van de les
Studenten begrijpen wat sociale hygiëne is en waarom het belangrijk 
is in de horeca en andere dienstverlenende sectoren.

Slide 2 - Slide

Sociale Hygiëne

Slide 3 - Mind map

Wat is het?
Sociale Hygiëne is een diploma die je vooral nodig hebt in de horeca. Elk bedrijf die alcohol verkoopt of schenkt heeft ten minste een iemand nodig die dit diploma op zak heeft. 

Er moet altijd 1 iemand aanwezig zijn met dit diploma!

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

De kantine van de voetbalvereniging schenkt na de training een biertje.
Heeft de voetbalvereniging Sociale Hygiëne nodig?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

De avondwinkel verkoopt ook wijn en bier.
Heeft de avondwinkel Sociale Hygiëne nodig?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Bij het buurthuis kan je een alcoholvrij biertje kopen.
Heeft het buurthuis Sociale Hygiëne nodig?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Een horecabedrijf wil alcoholhoudende dranken gaan verkopen.
Wie moet of moeten in dit geval in het bezit zijn van een verklaring kennis en inzicht sociale hygiëne?
A
De eigenaar van het horecabedrijf
B
De leidinggevende in het horecabedrijf
C
De vaste medewerkers in het horecabedrijf

Slide 9 - Quiz

Wat hoort er bij "sociale hygiëne"?
A
Onderhoud van toiletten
B
Naleving van de hygiënecode
C
Aanstootgevend gedrag
D
Drankmisbruik

Slide 10 - Quiz

Sociaal gedrag
Het doel van Sociale Hygiëne is om ervoor te zorgen dat je gasten en medewerkers veilig en gezond blijven en daarnaast een leuke tijd hebben. Dit doe je met sociaal gedrag.
  
Wat is sociaal gedrag? Dat betekent dat je rekening houdt met elkaars geestelijke en lichamelijke gezondheid en dat je respect voor elkaar hebt. Je houdt je aan de normen en waarden.

Slide 11 - Slide

Als gastheer of gastvrouw heb je goede sociale vaardigheden nodig.
Wat zijn sociale vaardigheden?
A
Goed met een dienblad kunnen lopen
B
verstand hebben van producten
C
om kunnen gaan met andere mensen
D
goede hygiene

Slide 12 - Quiz

Wat is sociaal gedrag volgens jou?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Waarden en normen
Waarde = Vrijheid
Norm = ik doe waar ik zin in heb.

Waarde = respect
Norm = voor ouderen opstaan in de bus. 

Slide 15 - Slide

Norm: Je gooit geen afval uit je auto.

Welke waarde hoort hierbij?
A
Gezondheid
B
Respect voor het milieu
C
Vrijheid van meningsuiting
D
Vrijheid

Slide 16 - Quiz

Norm: Als je iets ergens van vindt, mag je dat gewoon zeggen.

Welke waarde hoort hierbij?
A
Vriendelijkheid
B
Eerlijkheid
C
Vrijheid van meningsuiting
D
Behulpzaamheid

Slide 17 - Quiz

Norm: Wanneer je je kind ziet of je partner, kus of knuffel je die.

Welke waarde hoort hierbij?
A
Gehoorzaamheid
B
Eerlijkheid
C
Beleefdheid
D
Liefde

Slide 18 - Quiz

Bedenk een voorbeeld van een norm.

Slide 19 - Open question

Bedenk een voorbeeld van een waarde.

Slide 20 - Open question

Respect
Belangrijk voor elk bedrijf!

Slide 21 - Slide

Wat houdt respect in?
Beleefd en vriendelijk omgaan met iedereen.
Elkaar in hun waarde laten.
Elkaars normen accepteren.

Slide 22 - Slide

De wet 
Alcoholwet
Alcoholbesluit
Arbeidsomstandighedenwet

Slide 23 - Slide

Opdracht 
Wat staat er in elke wet omschreven?

Slide 24 - Slide

RIE: 

Slide 25 - Slide

Voorlichting en instructie
De werkgever moet ervoor zorgen dat de werknemers duidelijke uitleg en instructies krijgen, dat er regelmatig overleg met hen is en dat er toezicht wordt gehouden om een werkomgeving te waarborgen die veilig en gezond is. De Arbowet heeft bepaalde eisen hiervoor opgesteld. 

Slide 26 - Slide

Verantwoordelijkheden werknemer

Ook de werknemer heeft verantwoordelijkheden. Deze verantwoordelijkheden staan beschreven in Artikel 11 van de Arbowet. Als de werknemer deze niet naleeft kan hij/zij een boete krijgen van de Inspectie SZW. 

Slide 27 - Slide

Het horecabedrijf en de bedrijfsformule
Drie soorten bedrijven: 
logiesverstrekkende bedrijven
drankverstrekkende bedrijven
voedselverstrekkende bedrijven

Slide 28 - Slide

Welke doelgroepen ken je?

Slide 29 - Open question

Alcoholverstrekkende winkels
Het verschil tussen alcoholverstrekkende winkels en horecabedrijven is dat je in winkels (zoals de slijterij) wel alcohol mag kopen, maar niet mag nuttigen. Het laten proeven van alcohol is wel toegestaan.

Er zijn vier soorten bedrijven waar klanten alcohol kunnen kopen voor thuisgebruik. Deze winkels hebben geen bedrijfsformule (zoals hierboven beschreven), maar een winkelformule. 

Slide 30 - Slide

4 soorten bedrijven waar alcohol is te verkrijgen:
Slijterijketens
Zelfstandige slijters
Levensmiddelen handel
Speciaalzaken

Slide 31 - Slide

Sociaal-hygiënisch beleid
In het sociaal-hygiënisch beleid schrijf je hoe je zorgt voor de gezondheid en veiligheid van gasten en medewerkers. De wetten en regels die gelden in het bedrijf en hoe je ongewenst gedrag gaat voorkomen, worden vastgelegd in een document. Dit is onderdeel van het ondernemersplan. 

Slide 32 - Slide

Opdracht 
Zoek en onderwerp uit de verschillende soorten beleid die er zijn en werk deze verder uit in een poster.
De afbeelding uploaden bij de volgende dia.

Slide 33 - Slide

Beleid in een poster.

Slide 34 - Open question

Wat heb je
vandaag geleerd?

Slide 35 - Mind map