Trainingskunde LE5, herhalen Coördinatie & Lenigheid + kracht

Herhaling LE 4.1 + LE5 Trainen 
1 / 43
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Herhaling LE 4.1 + LE5 Trainen 

Slide 1 - Slide

Ben jij deze week met trainingskunde bezig geweest?
JA
NEE
te weinig

Slide 2 - Poll

Doel van de les
  • Herhalen leereenheid 4.1
  • Leereenheid 5 trainen  

Slide 3 - Slide

Welke kenmerken hebben slagaders?

Slide 4 - Mind map

Slagaders
Slagaders vervoeren zuurstofrijk bloed van het hart naar de organen en weefsels. 
Deze bloedvaten hebben een hele stevige, elastische wand. 
Ze persen het bloed, dat onder grote druk uit je hart wordt gepompt, door je lichaam. 
Slagaders hebben geen kleppen zoals aders die wel hebben.

Slide 5 - Slide

Wat betekend ademfrequentie?
A
Longinhoud
B
Aantal keren dat je ademhaalt per minuut
C
Aantal longblaasjes

Slide 6 - Quiz

Voedsel komt na de slokdarm in de:
A
Endeldarm
B
Alvleesklier
C
Maag
D
Dikkedarm

Slide 7 - Quiz

zenuwstelsel
Willekeurig
Onwillekeurig ZS
sympatisch deel
parasympatisch deel

Slide 8 - Drag question

Leereenheid 5

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

De coördinatie van bewegingen worden geregeld door
A
de kleine hersenen
B
de grote hersenen
C
de hersenstam

Slide 12 - Quiz

Coördinatie is een samenwerking tussen
A
Spieren, ogen en evenwichtsorgaan
B
Spieren, zenuwen en evenwichtsorgaan
C
Spieren, zintuigen zenuwen en zenuwstelsel
D
Spieren, gevoel en evenwichtsorgaan

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Video

Wat is een voorbeeld van specifieke coordinatie?
A
Golfen
B
Lopen
C
Fietsen
D
Gooien

Slide 15 - Quiz

1. Intra- musculaire coördinatie is samenwerken van verschillende motorunits binnen een spier.

2. Inter musculaire coördinatie is het samenwerken tussen spieren onderling.

A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
1 en 2 zijn juist
D
1 en 2 zijn niet juist

Slide 16 - Quiz

Welke twee type coördinatie zijn er?
A
Algemene- en sportspecifieke coördinatie
B
Basis- en specifieke coördinatie
C
Algemene- en specifieke coördinatie
D
Algemene- en basiscoördinatie

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Schrijf drie voorbeelden op van algemene coördinatie en drie voorbeelden van specifieke coördinatie.

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Bij specifieke lenigheid kijk je naar:
A
Bewegelijkheid van belangrijkste gewrichten
B
Lenigheid die nodig is binnen een sport

Slide 25 - Quiz

De lenigheid van een spier waarbij er geen zichtbare beweging is.
A
Dynamische lenigheid
B
Statische lenigheid
C
Verend rekken
D
Stretchen

Slide 26 - Quiz

Lenigheid die nodig is om de normale bewegingsuitslagen in het dagelijks leven te kunnen uitvoeren noemen:
A
Algemene lenigheid
B
Specifieke lenigheid
C
Actieve lenigheid
D
Passieve lenigheid

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Inter-musculaire coördinatie gaat over:
A
Coördinatie binnen 1 spier
B
Coördinatie tussen verschillende spieren
C
Dikte groei van de spier
D
Manier van contractie van de spier

Slide 31 - Quiz

Zet de verschijningsvormen van kracht van minst (1) % naar meeste (5) % van de F-max.
1
2
3
4
5
Maximale kracht
Snel- kracht
Kracht
u.h.v.
Explosievekracht
Duur- kracht

Slide 32 - Drag question

Sleep de verschijningsvormen van kracht naar de juiste plek
Duurkracht
Kracht u.h.v.
Explosieve kracht
Snelkracht
Maximale kracht

Slide 33 - Drag question

Overwinnende spierarbeid
Spier wordt korter
Excentrisch
Volhardende spierarbeid
Auxotonisch

Slide 34 - Drag question

Slide 35 - Video

Welke soort krachttraining heeft het volgende doel:
Krachtopbouw in spieren en/of spiergroepen onafhankelijk van een specifieke tak van sport.
A
Algemene krachttraining
B
Veelzijdig-doelgerichte krachttraining
C
Specifieke krachttraining
D
Alle soorten krachttraining

Slide 36 - Quiz

Over welke soort krachttraining hebben we als:
De vorm komt overeen met de specifieke tak van sport, de aard hoeft niet overeen te komen !
A
Algemene krachttraining
B
Veelzijdig-doelgerichte krachttraining
C
Specifieke krachttraining
D
Alle soorten krachttraining

Slide 37 - Quiz

Leg uit waarom jongeren moeten oppassen met krachttraining:

Slide 38 - Open question

Welke soort krachttraining heeft de volgende belastingeisen:
– Prikkelintensiteit: 90-95% van het PR voor het krachtonderdeel
– Prikkelduur: 1-3 herhalingen; matig tot snelle uitvoering
A
Maximale kracht
B
Explosieve kracht
C
Snelkracht
D
Kracht u.h.v.

Slide 39 - Quiz

Welke soort krachttraining heeft de volgende belastingeisen:
– Prikkelintensiteit: 20-50% v.h. PR voor het krachtonderdeel
– Prikkelduur: matig snelle uitvoering; 20-50 herh.

A
Explosieve kracht
B
Snelkracht
C
Kracht u.h.v.
D
Duurkracht

Slide 40 - Quiz

Welke soort krachttraining hoort bij de volgende omschrijving:
Training gericht op het vergroten van het vermogen om zo snel mogelijk relatief lichte belastingen te overwinnen.


A
Explosieve kracht
B
Snelkracht
C
Kracht u.h.v.
D
Duurkracht

Slide 41 - Quiz

Omschrijf waarom core-stability belangrijk is (ook bij krachttraining):

Slide 42 - Open question

Hoe noemen we spiervolume toename in de Fitness?
A
Intermusculaire Coördinatie
B
Intramusculaire Coördinatie
C
Hypertrofie
D
Range of Motion

Slide 43 - Quiz