Je kunt de regels voor de uitgangen van ein- en kein- toepassen.
Nieuw leerdoel
Je kent de bezittelijk voornaamwoorden en kunt de juiste uitgangen toepassen.
Slide 3 - Slide
Kapitel 5 - Essen
Slide 4 - Slide
Wanneer komt een 'e' achter 'ein' & 'kein'
A
bij der- woorden (m)
B
bij die-woorden (v en mv)
C
bij das-woorden
D
altijd
Slide 5 - Quiz
timer
1:00
(geen) .... Kaffee
(een) .... Tasse Tee
(geen) ....Pommes
(een) .... Salat
ein
keine
kein
eine
Slide 6 - Drag question
Noteer: een kopje (hulpmiddel: S.168)
timer
1:00
Slide 7 - Open question
Noteer: geen brood (hulpmiddel: S.168)
timer
0:30
Slide 8 - Open question
Noteer: een toetje (hulpmiddel: S.168)
timer
0:30
Slide 9 - Open question
Noteer: geen pasta (hulpmiddel: S.168)
timer
0:30
Slide 10 - Open question
Grammatik - bezittelijk voornaamwoorden
Slide 11 - Slide
Voornaamwoorden
Je kent de Duitse persoonlijk voornaamwoordenal. Deze verwijzen naar een persoon of personen.
Nu ga je de bezittelijk voornaamwoorden leren kennen.
Slide 12 - Slide
persoonlijkofbezittelijk?
persoonlijk voornaamwoord:
verwijst naar een persoon óf
vervangt een zelfstandig naamwoord
vaste vorm
bezittelijk voornaamwoord:
geeft aan dat iets van iemand is/bij iemand hoort
kan een uitgang achter komen
Slide 13 - Slide
persoonlijkofbezittelijk?
Weißt du wo meineBrille ist?
Hast dudein Buch mitgebracht?
Slide 14 - Slide
Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin? Wie alt ist dein Opa?
A
Opa
B
dein
C
alt
D
Wie
Slide 15 - Quiz
Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin? Mein Handy ist neu!
A
Handy
B
ist
C
Mein
D
neu
Slide 16 - Quiz
ich
ik
du
jij
er
hij
sie
zij (ev)
wir
wij
ihr
jullie
sie
zij (mv)
Sie
U
mein(e)
mijn
dein(e)
jouw
sein(e)
zijn
ihr(e)
haar
unser(e)
ons/onze
eu(e)r(e)
jullie
ihr(e)
hun
Ihr(e)
uw
Persoonlijke voornaamwoorden
Bezittelijke voornaamwoorden
Slide 17 - Slide
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der Mann
die Frau
dasKind
die Autos
einMann
eine Frau
einKind
keine Autos
mein Mann
meine Frau
mein Kind
meine Autos
Het geslacht van de zelfstandige naamwoorden
Het onbepaalde lidwoord ein- en het woord kein- krijgen bij vrouwelijke woordenen in het meervoud een -e. Dat geldt ook voor de bezittelijke voornaamwoorden.
Slide 18 - Slide
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der Mann
die Frau
das Kind
die Autos
mein Mann
deine Frau
dein Kind
deine Autos
Voorbeelden (mondeling):
- Mein__________ Bruder (m) hat Zahnschmerzen.
- Unser__________ Eltern (mv) sind sehr lieb.
- Euer____________ Lehrerin (v) hat Hunger.
- Ihr______________ Baby (o) schläft.
Slide 19 - Slide
Was ist (jouw) Name (m)?
(hulp: overzicht S.152)
A
sein
B
mein
C
dein
D
Ihr
Slide 20 - Quiz
(Mijn) Hobby (o) ist Handball.
(hulp: overzicht S.152)
A
Meine
B
Mein
C
Deine
D
Dein
Slide 21 - Quiz
Das sind (onze) Eltern (mv).
(hulp: overzicht S.152)
A
meine
B
dein
C
ihr
D
unsere
Slide 22 - Quiz
(Jullie) Auto (o) ist sehr schön.
(hulp: overzicht S.152)
A
Unser
B
Eure
C
Unsere
D
Euer
Slide 23 - Quiz
(Onze) Lehrer (m) heißt Meier.
(hulp: overzicht S.152)
A
Ihr
B
Ihre
C
Unser
D
Euere
Slide 24 - Quiz
Maaike ist (haar) Freundin (v).
(hulp: overzicht S.152)
A
meine
B
ihr
C
ihre
D
euere
Slide 25 - Quiz
K5 Grammatik: bezittelijk voornaamwoorden
Selbstständig (in Ruhe)
Machen: Aufgabe 20, 21, 22, 24, 25, 27, 28, 29
Hulpmiddel: Lernübersicht + Lernliste K5
Zeit: deze les --> niet af = huiswerk
Uitkomst: Aufgaben werden am Montag (Wochenaufgaben) besprochen
Klaar = wähle aus
K5 Slim stampen E 1, 2, (alle onderdelen 90% of>)
Vooruitwerken: K5 H Lesen Aufgabe 46, 47 + Slim stampen K5 H (90% of>)
Slide 26 - Slide
nächste Stunde
Weektaak: woorden overhoren
Besprechen: Aufgaben K5 Paragraf E Grammatik Aufgabe 20 - 29
Blijf op je plek tot de docent aangeeft dat het lesuur voorbij is.
Schuif je stoel aan en laat het lokaal netjes achter. Danke!