2 KGT/H 5.6 Formules met kwadraten

Leerdoelen




Je weet wat een kwadratische formule is,
hoe je deze kunt herkennen
en hoe je hier berekeningen mee kunt maken.

Je kunt de grafiek tekenen bij
 een  kwadratische formule.
M.Linger


H5: Machten, wortels en verbanden:

VK: Kwadraat en wortel
5.1: Machten
5.2: Volgorde & deelstreep 
5.4: Lineaire formules met haakjes
5.5: Formules met een
        deelstreep
5.6: Formules met
       kwadraten
5.7: Formules met wortels
5.8: Periodieke grafiek

1 / 32
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Leerdoelen




Je weet wat een kwadratische formule is,
hoe je deze kunt herkennen
en hoe je hier berekeningen mee kunt maken.

Je kunt de grafiek tekenen bij
 een  kwadratische formule.
M.Linger


H5: Machten, wortels en verbanden:

VK: Kwadraat en wortel
5.1: Machten
5.2: Volgorde & deelstreep 
5.4: Lineaire formules met haakjes
5.5: Formules met een
        deelstreep
5.6: Formules met
       kwadraten
5.7: Formules met wortels
5.8: Periodieke grafiek

Slide 1 - Slide

5.6: Formules met kwadraten




Figuur 1 heeft 4 kubussen. Dit kun je tellen of via de formule doen:

aantal kubussen=3+n2
=3+1=4 kubussen
=3+12
n = figuurnummer, 
n = 1

Slide 2 - Slide

5.6: Formules met kwadraten




Figuur 2 heeft 7 kubussen. Dit kun je tellen of via de formule doen:

aantal kubussen=3+n2
=3+4=7 kubussen
=3+22
n = figuurnummer, 
n = 2

Slide 3 - Slide

5.6: Formules met kwadraten




Figuur 3 heeft 12 kubussen. Dit kun je tellen of via de formule doen:

aantal kubussen=3+n2
=3+9=12 kubussen
=3+32
n = figuurnummer, 
n = 3

Slide 4 - Slide



Figuur 25 staat ook niet op de tekening, maar kun je ook uitrekenen met de formule. 

n = figuurnummer, 
n = 25

Slide 5 - Slide



Figuur 25 staat ook niet op de tekening, maar kun je ook uitrekenen met de formule. Figuur 25 heeft 628 kubussen. 
Dit is niet te doen om na te bouwen, dus met de formule:

aantal kubussen=3+n2
n = figuurnummer, 
n = 25

Slide 6 - Slide



Figuur 25 staat ook niet op de tekening, maar kun je ook uitrekenen met de formule. Figuur 25 heeft 628 kubussen. 
Dit is niet te doen om na te bouwen, dus met de formule:

aantal kubussen=3+n2
=3+252
n = figuurnummer, 
n = 25

Slide 7 - Slide



Figuur 25 staat ook niet op de tekening, maar kun je ook uitrekenen met de formule. Figuur 25 heeft 628 kubussen. 
Dit is niet te doen om na te bouwen, dus met de formule:

aantal kubussen=3+n2
=3+625=
=3+252
n = figuurnummer, 
n = 25

Slide 8 - Slide



Figuur 25 staat ook niet op de tekening, maar kun je ook uitrekenen met de formule. Figuur 25 heeft 628 kubussen. 
Dit is niet te doen om na te bouwen, dus met de formule:

aantal kubussen=3+n2
=3+625=628 kubussen
=3+252
n = figuurnummer, 
n = 25

Slide 9 - Slide

5.6: Formules met kwadraten


Zo kun je dus van alle figuurnummers uitrekenen hoeveel kubussen die heeft. 

Deze formule noemen we een kwadratische formule. Er staat immers een kwadraat in.

aantal kubussen=3+n2

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

5.6: Kwadratische formule
y = 2x2 + 5x + 4

y = -0,5x2 - 2x

y = x+ 0,25x - 9


Slide 13 - Slide

Grafiek van een kwadratische formule
De grafiek van een kwadratische formule heet een parabool. 

Het is een vloeiende lijn --> Tekenen zonder geodriehoek

De grafiek heeft een maximum of een minimum (hoogste/laagste punt)

Slide 14 - Slide

Theorie: 6.5 Parabool
Afschieten van een waterraket
Hoogte in m = 6 x afstand - afstand²
Hoogte=6aa2
Kwadratische
woordformule
Kwadratische letterformule
(Berg)
Parabool
Symmetrisch
Vloeiende kromme

Slide 15 - Slide

5.6: Kwadratische formules
snelheid in km/uur = 50 + 2t
a: t = 1 seconde.

Slide 16 - Slide

5.6: Kwadratische formules
snelheid in km/uur = 50 + 2t
b: t = 3 seconden.

Slide 17 - Slide

Kwadratische formule 

Slide 18 - Slide

Kwadratische formule

Slide 19 - Slide

Terugblik

Slide 20 - Slide

Terugblik

Slide 21 - Slide


Toets in je rekenmachine in:

Je komt dan uit op 36.

Het punt (40 ; 36) 
ligt op de grafiek.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

uitwerking b: 
a = 0  -->  
a = 40 --> Hoogte in m = 36, want dat hebben we al in opg 74a berekend.
a = 80 --> 
a = 120 --> 
etc.
hoogte in m=1,0800,004502=0
hoogte in m=1,08800,0045802=57,6
hoogte in m=1,081200,00451202=64,8

Slide 24 - Slide

Hoeveel meter is het hoogste punt van de boog boven het wegdek?

Slide 25 - Slide

Hoeveel meter is het hoogste punt van de boog boven het wegdek?

Slide 26 - Slide

Hoeveel meter is het hoogste punt van de boog boven het wegdek?
Dus het hoogste punt is 64,8 m boven het wegdek.

Slide 27 - Slide

Hoeveel meter is het hoogste punt van de boog boven het water?
Dus het hoogste punt is 64,8 m boven het wegdek.

Slide 28 - Slide

Hoeveel meter is het hoogste punt van de boog boven het water?
Dus het hoogste punt is 64,8 m boven het wegdek.

Slide 29 - Slide

Hoeveel meter is het hoogste punt van de boog boven het water?
Dus het hoogste punt is 64,8 m boven het wegdek.
Het hoogste punt van de brug ligt dan 25 + 64,8 = 89,8 m hoogte.

Slide 30 - Slide

Opdrachten
Blz.31 t/m 37
opdrachten 62 t/m 74

Huiswerk controle:
Opdrachten
46 t/m 60
Blz.27 t/m 30 

Slide 31 - Slide

Leerdoel behaald?
Je weet wat een kwadratische formule is,
hoe je deze kunt herkennen
en hoe je hier berekeningen mee kunt maken.
Je kunt de grafiek tekenen bij
 een kwadratische formule.
M.Linger

Slide 32 - Slide