5.4 Link

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Lezen

tot 9.15 uur

Lesdoelen

• Je herhaalt de themawoorden van de vorige les m.b.v. Quizlet.

• Je leert het relatief pronomen/betrekkelijk voornaamwoord: Die en Dat.

• Je herhaalt de grammatica van separabele verba in (im)perfectum/scheidbare werkwoorden in (on)voltooide tijd.

Woorden herhalen

We herhalen de woorden van 5.1 en 5.3 in Quizlet

https://quizlet.com/EvievdWeerd

luistertekst 5.4

Vul de ontbrekende woorden in de gatentekst

Het verschil

Een betrekkelijk voornaamwoord verbindt een hoofdzin en een bijzin met elkaar. Alle voorkomende betrekkelijke voornaamwoorden die we kennen in onze taal zijn: dat, die, wat, wie, welke en hetgeen. We leren vandaag enkel DIE en DAT.

Een aanwijzend voornaamwoord is een woord dat nadrukkelijk ergens naar verwijst. Denk bijvoorbeeld aan woorden als dat, die, zulke, zo'n (dat meisje, die voetbal, zulke goede cijfers, zo'n glimlach).

Het aanwijzend voornaamwoord ken je. Vandaag leren we het gebruik van het betrekkelijk voornaamwoord.

Voorbeelden

1. Gisteren kocht ik een broodje, dat €3,00 kostte.

Dat -> Het broodje

2.  Het boek dat ik gekregen heb, gaat over reizen.

Dat -> Het boek

3. Ik hou van de schoenen die ik nu draag.

Die -> de schoenen

4. De buren hebben een hond geadopteerd, die heel oud is.

Die -> de hond
NU JIJ!

Het is een niveau 2-opleiding die twee jaar duurt.

Waarnaar verwijst die?

Ik wil echt een beroep dat ik leuk vind.

Waarnaar verwijst dat?

Spreken

Je krijgt een strook met een deel van een zin. Je loopt door de klas en stopt bij een medestudent. Lees je zin voor. De ander maakt jouw zin af. Doe dit ook andersom.

Loop daarna door en stel een ander iemand je vraag.

Doe de taak

Doe/maak oefening 2, 3 en 4.

Herhaling grammatica

Scheidbare werkwoorden in voltooide en onvoltooide tijd

Scheidbare werkwoorden voltooide tijd regelmatig

Ik heb het formulier ingevuld.

Schrijf de voltooide tijd op.
Mijn zus gaat het huis schoonmaken.
(schoonmaken)

Scheidbare werkwoorden voltooide tijd onregelmatig

Ik heb mijn telefoon opgeladen.

Schrijf de voltooide tijd op.
Ik doe mijn jas uit.
(uitdoen)

Scheidbare werkwoorden onvoltooide tijd regelmatig

Ik lette niet goed op.

Schrijf de voltooide tijd op.
Mijn man haalt elke dag de kinderen op.
(ophalen)

Scheidbare werkwoorden onvoltooide tijd regelmatig

Ik hing mijn jas op

Schrijf de voltooide tijd op.
Ik spreek het woord verkeerd uit. (uitspreken)

Scheidbaar

regelmatig

Scheidbaar onregelmatig

Hoe schrijf je de woorden? Maak er een zin van.

opbellen

aanraken

voorlopen

bijdragen

opvallen

Hoe vond je deze les?

😒🙁😐🙂😃