TA 6 thema 2 herhaling voorzetsels

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

doel:

Ik leer wat voorzetsels zijn.

Waar (De beer ligt op de kast)

Wanneer (Na de pauze ga ik)

Welke voorzetsels ken je?

waar

wanneer

In bed

Onder het bed

Vanaf het feest

Tijdens de les

klik het voorzetsel aan
'Ik zit in de boom.'

1. Ik
2. in
3. de
4. boom

Klik het voorzetsel aan
'Lauren fietst naar het feest.'

1. Lauren
2. het
3. feest
4. naar

Klik het voorzetsel aan
'Isis springt over het hek.'

1. Isis
2. springt
3. over
4. het

Klik het voorzetsel aan
'Voor de deur ligt een cadeautje.'

1. de deur
2. voor
3. ligt
4. een

Piet staat ... de stoel te springen.

1. op
2. tijdens
3. naar
4. in

Sinterklaas gaat ... het feest.

1. door
2. onder
3. naar
4. sinds

De fiets staat ... het huis.

1. op
2. tijdens
3. na
4. naast

... de kachel staat mijn schoen.

1. In
2. Tussen
3. Voor
4. Naar

Ik vind voorzetsels herkennen makkelijk

😒🙁😐🙂😃

GOED GEOEFEND!!!!

Maken

Blok 2, week 1, les 2.

Klaar?

2x plussen via Snappet.

Succes!!