Taal, thema 1, les 17+20

Les 17

Doel: ik kan de stam van een werkwoord vinden.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 6

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Les 17

Doel: ik kan de stam van een werkwoord vinden.

Slide 1 - Slide

Typ: hele werkwoord en de stam
1. Jurre vroeg om een Zwitsers zakmes

Slide 2 - Open question

Typ: hele werkwoord en de stam
2. Zo'n zakmes bezit allerlei werktuigen.

Slide 3 - Open question

Typ: hele werkwoord en de stam
3. Het lijkt hem een hele redelijke wens.

Slide 4 - Open question

Typ: hele werkwoord en de stam
4. Maar hij overtuigde zijn ouders niet.

Slide 5 - Open question

Typ: hele werkwoord en de stam
5. Die vinden een zakmes niks.

Slide 6 - Open question

Typ: hele werkwoord en de stam
6. Als reden gaven ze: veel te gevaarlijk

Slide 7 - Open question

Typ: hele werkwoord en de stam
1. Ik wil graag beroemd zijn filmster, zangeres of model.

Slide 8 - Open question

Typ: hele werkwoord en de stam
2. Beroemde mensen hebben vaak alles ze zijn rijk, gelukkig en geliefd.

Slide 9 - Open question

Typ: hele werkwoord en de stam
3. Nu ben ik dat helemaal niet, ik ben niet knap, best verlegen en meestal schor.

Slide 10 - Open question

In elke zin hoort een dubbele punt. Schrijf het woord voor en na de dubbele punt op:
4. Iedereen vindt dit van me saai, sloom, stom en soms ook nog suf.

Slide 11 - Open question

In elke zin hoort een dubbele punt. Schrijf het woord voor en na de dubbele punt op:
5. Ik zoek dus het volgende tips, trucs of cursussen om beroemd te worden.

Slide 12 - Open question