H2L14 - Gedicht 2.2 - 1VMB - dinsdag

Welkom 1VMB - dinsdag





: )


Planning van dit uur 

  • Rap beluisteren
  • Uitleg gedichten
  • Samenwerken 

Planning volgende uur 
  • 30 minuten stillezen 
  • 10 minuten leren voor de SO 


    Aan het einde van deze les
    • kan je figuurlijk taalgebruik herkennen;
    • heb je een gedicht geschreven;
    • heb je gelezen. 


    1 / 14
    next
    Slide 1: Slide
    NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

    This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

    Items in this lesson

    Welkom 1VMB - dinsdag





    : )


    Planning van dit uur 

    • Rap beluisteren
    • Uitleg gedichten
    • Samenwerken 

    Planning volgende uur 
    • 30 minuten stillezen 
    • 10 minuten leren voor de SO 


      Aan het einde van deze les
      • kan je figuurlijk taalgebruik herkennen;
      • heb je een gedicht geschreven;
      • heb je gelezen. 


      Slide 1 - Slide

      This item has no instructions

      Slide 2 - Video

      This item has no instructions

      Waar gaat deze rap over? 

      Slide 3 - Slide

      This item has no instructions

      Dromen
      Bestijg de trein nooit zonder uw valies met dromen 
      dan vindt ge in elke stad behoorlijk onderkomen.

      (Jan van Nijlen, ‘Geheimschrift’, 1934)

      Slide 4 - Slide

      Als jij nu niet alleen je droom in een koffer mee zou nemen, maar ook alles wat je nodig hebt om de droom te verwezenlijken, wat zou er dan in zitten? 

      Hoe ziet de reis van nu naar je droom eruit? Wat zul je onderweg allemaal moeten doen, kunnen of nodig hebben?

      Schrijf hierover enkele dichtregels. Dat kun je doen door de inhoud van
      jouw droomkoffer te beschrijven. Wat zit er allemaal in? 


      Taalgebruik in gedichten
      • Koffer met toilettas: echte koffer (letterlijk taalgebruik)
      • Koffer met dromen: geen echte koffer (figuurlijk taalgebruik)

      Slide 5 - Slide

      This item has no instructions

      Figuurlijk taalgebruik
      • De kapper zit met zijn handen in mijn haar
      • Ik zit met mijn handen in het haar

      Slide 6 - Slide

      This item has no instructions

      Figuurlijk taalgebruik
      • De kapper zit met zijn handen in mijn haar - letterlijk
      • Ik zit met mijn handen in het haar - figuurlijk

      Slide 7 - Slide

      This item has no instructions

      Cowboy
      ik zei:
      “ik wil een cowboy,
      die me landen laat verkennen,
      en me laat slapen op het gras
      met een deken van sterren over me heen.”

      ik zei:
      “sorry, maar ik ga weg,
      wil een cowboy vinden,
      die me meeneemt hier ver vandaan, helemaal weg, alleen wij met z’n tweetjes.”

      “cowboy,
      neem deze meid mee,” dat is wat ik zei.

      - Robbin Jacobs, 15 jaar

      Slide 8 - Slide

      Wat vind je van het gedicht dat Robbin schreef? Hoe zou je de droom van de verteller omschrijven? En wat denk je dat ze gedaan heeft om haar droom waar te maken?

      Bespreek het gedicht in een klassengesprek: wat is de droom van de verteller in het gedicht? Het gedicht in andere woorden beschrijven bereidt voor op het bedenken van synoniemen voor de eigen droom/wens. Het omschrijven van het ‘plan’ van de verteller in de verwezenlijking van de droom bereidt voor op opdracht 5. Hoe heeft de verteller in Robbins gedicht geprobeerd har droom waar te maken?
      Een discussie over ‘Waarom is dit poëzie?’ is vooral relevant als de klas nog niet eerder gewerkt heeft met gedichten en dichten.
      Waar droom jij van?

      Slide 9 - Slide

      This item has no instructions

                         Individueel werken 
      Wat
      Schrijf op één kant van je papier zoveel mogelijk woorden op die te maken hebben met jouw droom. 
      Hoe
      Individueel, in stilte
      Hulp
      Geen inspiratie? Steek je vinger op, ik help je op weg
      Tijd
      Drie minuten
      Uitkomst
      Met deze woorden ga je straks een paar dichtregels schrijven
      Klaar
      Verzin nóg meer woorden
      timer
      3:00
      Belangrijk:
      • Jouw gedicht is alleen voor jezelf
      • Ik zal je gedicht niet lezen als ik langsloop en ik zal je ook niet vragen om het straks voor te lezen. Je mag het wel zeggen als je het juist graag wil delen. 

      Tips:
      • Wat zul je onderweg naar jouw droom nodig hebben of meemaken?
      • Hoe ziet je droom eruit? 
      • Welke kleur heeft je droom?
      • Hoe ruikt het? 
      • Kun je voor sommige woorden andere woorden verzinnen die hetzelfde betekenen? 
      • Kun je woorden verzinnen met dezelfde beginletter of eindklank? 

      Slide 10 - Slide

      Als jij nu niet alleen je droom in een koffer mee zou nemen, maar ook alles wat je nodig hebt om de droom te verwezenlijken, wat zou er dan in zitten? 

      Hoe ziet de reis van nu naar je droom eruit? Wat zul je onderweg allemaal moeten doen, kunnen of nodig hebben?


      Tips: 
      Schrijf woorden die bij jouw droom passen op. Hoe ziet het eruit? Welke kleuren heeft het? Hoe voelt het? Ruikt het ergens naar? Maakt het geluid? Wat doe je, in jouw droom? Kun je voor deze woorden ook andere woorden die – ongeveer – hetzelfde betekenen (synoniemen) verzinnen? Een gedicht wordt speciaal van bijzondere woorden. Zo is ‘nat’ niet zo’n bijzonder woord, maar ‘bedruppeld’ wél.

      2. Misschien beginnen een aantal woorden met dezelfde letter of dezelfde klank, ‘schichtig schuifelende schoenen’, bijvoorbeeld. Dat klinkt leuk, toch? Deze versiering voor je gedicht heet een alliteratie. Met zulke trucs zorg je dat je gedicht mooi klinkt.

      3. Misschien heb je naast een droom voor jezelf ook wel een wens, voor iemand anders. In allerlei landen over de wereld bestaan wensbomen. Een wensboom is een boom waarin lapjes, linten, spijkers en munten gehangen worden na het doen van een wens. In Azië vind je in tempels soms spiralen met een briefje erin. Op het briefje staat een gelukswens voor iemand anders. De spiraal brandt langzaam op.
      Heb jij een wens voor iemand? Als jij zo’n briefje in een boom of in een spiraal in een tempel zou mogen ophangen, wat zou je er dan op schrijven?

      4. Sommige dromen worden waarheid, andere blijven altijd dromen. Soms is dat helemaal niet erg! Als je je droom wilt verwezenlijken, hoe zou je dat dan doen?

                         Individueel werken 
      Wat
      Schrijf op de andere kant van je papier minimaal acht versregels over jouw droom
      Hoe
      Individueel, in stilte
      Hulp
      Geen inspiratie? Steek je vinger op, ik help je op weg
      Tijd
      Tien minuten
      Uitkomst
      Dit gedicht is voor jou en helpt je erbij na te denken waar je van droomt!
      Klaar
      Lees in je leesboek
      timer
      10:00
      Belangrijk:
      Jouw gedicht is alleen voor jezelf. Ik zal je gedicht niet lezen en ik zal je ook niet vragen om het straks voor te lezen. 
      Tips en ideeën:

      • Beschrijf wat er in jouw koffer met dromen zit
      • Beschrijf de reis van nu naar jouw droom: wat kom je onderweg allemaal tegen en wat gebeurt er? Kom je er snel of langzaam? Of helemaal nooit? 
      • Gebruik de woorden die je hebt opgeschreven
      • Gebruik figuurlijk taalgebruik 


      Slide 11 - Slide

      Als jij nu niet alleen je droom in een koffer mee zou nemen, maar ook alles wat je nodig hebt om de droom te verwezenlijken, wat zou er dan in zitten? 

      Hoe ziet de reis van nu naar je droom eruit? Wat zul je onderweg allemaal moeten doen, kunnen of nodig hebben?


      Tips: 
      Schrijf woorden die bij jouw droom passen op. Hoe ziet het eruit? Welke kleuren heeft het? Hoe voelt het? Ruikt het ergens naar? Maakt het geluid? Wat doe je, in jouw droom? Kun je voor deze woorden ook andere woorden die – ongeveer – hetzelfde betekenen (synoniemen) verzinnen? Een gedicht wordt speciaal van bijzondere woorden. Zo is ‘nat’ niet zo’n bijzonder woord, maar ‘bedruppeld’ wél.

      2. Misschien beginnen een aantal woorden met dezelfde letter of dezelfde klank, ‘schichtig schuifelende schoenen’, bijvoorbeeld. Dat klinkt leuk, toch? Deze versiering voor je gedicht heet een alliteratie. Met zulke trucs zorg je dat je gedicht mooi klinkt.

      3. Misschien heb je naast een droom voor jezelf ook wel een wens, voor iemand anders. In allerlei landen over de wereld bestaan wensbomen. Een wensboom is een boom waarin lapjes, linten, spijkers en munten gehangen worden na het doen van een wens. In Azië vind je in tempels soms spiralen met een briefje erin. Op het briefje staat een gelukswens voor iemand anders. De spiraal brandt langzaam op.
      Heb jij een wens voor iemand? Als jij zo’n briefje in een boom of in een spiraal in een tempel zou mogen ophangen, wat zou je er dan op schrijven?

      4. Sommige dromen worden waarheid, andere blijven altijd dromen. Soms is dat helemaal niet erg! Als je je droom wilt verwezenlijken, hoe zou je dat dan doen?

      Stillezen
      Wat
      Lees in stilte in je leesboek
      Hoe
      Individueel 
      Hulp
      Geen
      Tijd
      30 minuten
      Uitkomst
      Over dit boek ga jij jouw boekverslag maken
      timer
      30:00

      Slide 12 - Slide

      This item has no instructions

      Individueel werken 
      Wat
      Bereid je voor op de SO. Hoe? 

      - Lees de leerstof (blauwe tekstvakken)
      - Maak een samenvatting
      - Schrijf de dicteewoorden over 

      Hoe
      Individueel, in stilte
      Hulp
      Steek je vinger op, dan kom ik langs
      Tijd
      Tien minuten
      Uitkomst
      Je bent hierna beter voorbereid op de SO
      timer
      10:00

      Slide 13 - Slide

      Als jij nu niet alleen je droom in een koffer mee zou nemen, maar ook alles wat je nodig hebt om de droom te verwezenlijken, wat zou er dan in zitten? 

      Hoe ziet de reis van nu naar je droom eruit? Wat zul je onderweg allemaal moeten doen, kunnen of nodig hebben?


      Tips: 
      Schrijf woorden die bij jouw droom passen op. Hoe ziet het eruit? Welke kleuren heeft het? Hoe voelt het? Ruikt het ergens naar? Maakt het geluid? Wat doe je, in jouw droom? Kun je voor deze woorden ook andere woorden die – ongeveer – hetzelfde betekenen (synoniemen) verzinnen? Een gedicht wordt speciaal van bijzondere woorden. Zo is ‘nat’ niet zo’n bijzonder woord, maar ‘bedruppeld’ wél.

      2. Misschien beginnen een aantal woorden met dezelfde letter of dezelfde klank, ‘schichtig schuifelende schoenen’, bijvoorbeeld. Dat klinkt leuk, toch? Deze versiering voor je gedicht heet een alliteratie. Met zulke trucs zorg je dat je gedicht mooi klinkt.

      3. Misschien heb je naast een droom voor jezelf ook wel een wens, voor iemand anders. In allerlei landen over de wereld bestaan wensbomen. Een wensboom is een boom waarin lapjes, linten, spijkers en munten gehangen worden na het doen van een wens. In Azië vind je in tempels soms spiralen met een briefje erin. Op het briefje staat een gelukswens voor iemand anders. De spiraal brandt langzaam op.
      Heb jij een wens voor iemand? Als jij zo’n briefje in een boom of in een spiraal in een tempel zou mogen ophangen, wat zou je er dan op schrijven?

      4. Sommige dromen worden waarheid, andere blijven altijd dromen. Soms is dat helemaal niet erg! Als je je droom wilt verwezenlijken, hoe zou je dat dan doen?

      Samenvatting van de les
      Jij
      • kunt figuurlijk taalgebruik herkennen;
      • hebt een gedicht geschreven;
      • hebt gelezen in je leesboek. 


      Huiswerk
      • SO spelling en grammatica vrijdag

      Slide 14 - Slide

      This item has no instructions