Herhalen, H1 en H2 3M

Herhalen, industriële samenleving en sociale zekerheid in NL
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Herhalen, industriële samenleving en sociale zekerheid in NL

Slide 1 - Slide

EU
EGKS

Slide 2 - Drag question

1951
1957
1993
EU
EEG
EGKS

Slide 3 - Drag question

Wat is een juiste omschrijving van het begrip: informatiemaatschappij?
A
Samenleving waarin veel mensen informatie uit boeken halen.
B
Een maatschappij waarin de een meer weet dan de ander
C
Een samenleving die voornamelijk van de landbouw leeft.
D
Samenleving waarin veel mensen ICT-gebruiken (en zo aan veel informatie kunnen komen)

Slide 4 - Quiz

Welke zin past bij globalisering én bij de informatiemaatschappij?

A
Een Nederlander is op Facebook boos over een besluit van de regering.
B
Een tweet van de voetballer Van Dijk over racisme gaat viral.
C
In de supermarkt liggen verse boontjes die in Kenia worden verbouwd.

Slide 5 - Quiz

Waarom is infrastructuur zo belangrijk als het gaat om industrialiseren?

Slide 6 - Open question

Waarom was er veel kinderarbeid?

Slide 7 - Open question

Welke politieke stroming vond dat de overheid zich zo min mogelijk met de economie moet bemoeien?
A
Socialisten
B
Liberalen
C
Protestanten
D
Katholieken

Slide 8 - Quiz

Hoe noemen we de periode na WOII in Nederland?
A
de Verlichting
B
Wederopbouw
C
Multiculturele samenleving
D
Industrialisatie

Slide 9 - Quiz

Vrijheid
vrouwen-
rechten
Gelijkheid
geloof
Liberalisme
Socialisme
Feminisme
confessionalisme

Slide 10 - Drag question

Wat is een van de belangrijkste uitvindingen van de revolutie?
A
stoommachine
B
ploeg
C
straatverlichting
D
dienstensector

Slide 11 - Quiz

Wat is een vakbond?
A
Verenigingen van werknemers die opkomen voor hun leden
B
Wanneer je werkloos werd kreeg je door betaald
C
Mensen die gelijkheid willen bereiken in een land
D
Een overheid die zich niet met de mensen moest bemoeien

Slide 12 - Quiz

Strijden voor algemeen (mannen)kiesrecht
A
Socialisme
B
Nationalisme
C
Liberalisme
D
Conservatisme

Slide 13 - Quiz

Het kinderwetje van Van Houten gaat over:
A
leerplicht
B
verbod op kinderarbeid
C
anticonceptie
D
toeslag voor ouders met kinderen.

Slide 14 - Quiz

Arbeiders die door een ongeluk niet meer kunnen werken, krijgen een uitkering
Kinderen tussen 6 en 12 jaar moeten naar school
Kinderen onder 12 jaar mogen niet in fabrieken werken
Kinderwetje van Van Houten
Leerplichtwet
Ongevallenwet

Slide 15 - Drag question

Liberalisme
socialisme
Confessionalisme
Sociale kwestie vanuit geloof oplossen
Overheid moet zich zo weinig mogelijk bemoeien
De armoede zal zichzelf oplossen
Overheid moest sociale wetten maken
arbeiders
Overheid heeft plicht om voor burgers te zorgen

Slide 16 - Drag question

Koppel het begrip aan de juiste afbeelding
Stempelen
Beurskrach
Werkverschaffing
Bezuinigen

Slide 17 - Drag question

Stappenplan spotprenten

1. over welke tijd gaat de prent?

2. wat zie je op de prent? ( mensen, figuren, symbolen, dieren, bijschrift?)

3. Wat weet je over de tekenaar?

4. Met welke gebeurtenis of ontwikkeling heeft de tekening te maken?

5. Wat wil de tekenaar met deze spotprent zeggen?

Slide 18 - Slide

Over welk historisch onderwerp gaat de spotprent? Hoe weet je dat?
1
Heeft de spotprent een titel of een bijschrift?
2
Weet je iets over de tekenaar? Bijvoorbeeld bij welke groep hij hoorde of uit welk land hij kwam?
3
Albert Hahn: "Een fabriekseigenaar in Krommenie staat arbeiders niet toe lid te worden van een vakbond” (1907)
Wie stellen de personen op de spotprent voor?
4
Zijn de personen positief of negatief afgebeeld? Hoe zie je dat?
5
Wat doen de personen?
6
Welke dingen zie je op de spotprent?
7
Wat stellen deze dingen volgens jou voor?
8
Legenda
Andere delen van de spotprent
De personen op de spotprent
Algemeen
Wat is de boodschap van de maker van de spotprent? Hoe weet je dat?
9
Conclusie

Slide 19 - Slide

Spotprent uit 1903 van de socialistische tekenaar Albert Hahn over de spoorwegstaking.
De kapitalisten/fabriekseigenaren trekken aan de broek van de arbeider. Je herkent ze aan hun hoge hoeden en zwarte pakken.
De arbeider is stoer, sterk en groot afgebeeld. Dit is al een duidelijk teken dat de tekenaar voor de arbeiders is. Daarnaast symboliseert deze arbeider de samenwerking van al het spoorwegpersoneel, samen sta je immers sterker.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Spotprent:
Wat zie je? beschrijf 3 beeldelementen

Slide 22 - Open question

Spotprent:
Wat zal de tekenaar hiermee bedoelen?

Slide 23 - Open question