wk 22: les 2+3 (leesvaardigheid)

Donderdag 2 juni  - G2a
Tweede uur
  • 10 minuten lezen
  • Kijken en luisteren
  • Aan de slag!

Zevende uur
  •  10 minuten lezen
  • Aan de slag: kraak de kluis












timer
10:00
1 / 44
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Donderdag 2 juni  - G2a
Tweede uur
  • 10 minuten lezen
  • Kijken en luisteren
  • Aan de slag!

Zevende uur
  •  10 minuten lezen
  • Aan de slag: kraak de kluis












timer
10:00

Slide 1 - Slide

Vorige les heb je...
...de stof van leesvaardigheid herhaald.

Slide 2 - Slide

Deze les ga je...
...oefenen met leesvaardigheid.

We oefenen in deze les met kijk- en luisteroefeningen.

Door kijken/luisteren te oefenen, oefen je dus ook de vaardigheden voor begrijpend lezen.

Slide 3 - Slide

Herhaling belangrijke begrippen leesvaardigheid    jaar 1 en jaar 2
  • Kernzin
  • (deel)onderwerp
  • Opbouw tekst: inleiding, middenstuk, slot
  • Opbouw alinea: kernzin + voorbeeld/toelichting
  • 5 tekstdoelen en tekstsoorten
  • 4 manieren om een tekst in te leiden
  • 3 manieren om een tekst af te sluiten
  • Objectief, subjectief
  • Mening, argument
  • Verwijswoorden

  • Hoofdgedachte
  • Tussenkopje
  • Citeren
  • 3 soorten publiek
  • Hoofd- en bijzaken
  • Signaalwoorden
  • Zins- en alineaverbanden
  • Verbindingsmanieren tussen alinea's

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Aan de slag!
Lees de situatie. 
Noem het doel, de tekstsoort en het publiek.  

Slide 6 - Slide

Lees de situatie.
Noem het doel, de tekstsoort en het publiek.

In een winkelstraat zamelt een actievoerder handtekeningen in tegen de komst van
een populaire kledingwinkel die kleding verkoopt die door kinderen gemaakt is. Hij
spreekt winkelende mensen aan en gaat met hen in gesprek.

Slide 7 - Open question

Lees de situatie.
Noem het doel, de tekstsoort en het publiek.

In een talkshow gaat het over jongeren in de gevangenis. Moeten zij vooral gestraft
worden?Of juist vooral geholpen? In de uitzending komen verschillende betrokkenen aan het woord en lichten zij hun standpunt toe.

Slide 8 - Open question

Lees de situatie.
Noem het doel, de tekstsoort en het publiek.

Acteurs spelen in de musical Les Misérables.

Slide 9 - Open question

Lees de situatie.
Noem het doel, de tekstsoort en het publiek.

In de aanloop naar de verkiezing voor een nieuwe voorzitter van de leerlingenraad houdt een van de
kandidaten een toespraak tijdens de lunchpauze.

Slide 10 - Open question

Lees de situatie.
Noem het doel, de tekstsoort en het publiek.

De docent wiskunde doet klassikaal voor hoe je het
gemiddelde berekent.

Slide 11 - Open question

Lees de situatie.
Noem het doel, de tekstsoort en het publiek.

Tijdens een bijeenkomst in de buurt vertelt de wethouder
over de plannen voor de nieuwe skatehal.

Slide 12 - Open question

Aan de slag!
Bekijk het fragment op de volgende slide en beantwoord daarna de vragen.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

1. Beschrijf in een paar woorden het onderwerp.

Slide 15 - Open question

2. Vul de twee deelonderwerpen van het fragment in.

Slide 16 - Open question

3. Wat is het belangrijkste doel van dit fragment?

Slide 17 - Open question

4. Voor welk soort publiek is dit fragment bedoeld?

Slide 18 - Open question

5 a. Op welke manier(en) wordt de aflevering ingeleid?
b. Vind je dit een goede inleiding? Leg uit waarom wel of niet.

Slide 19 - Open question

6 Liedewij Loorbach sluit het fragment af met een korte, persoonlijke anekdote.
a. Beschrijf kort deze anekdote.
b. Wat is de functie van deze anekdote als slot?
c. Vind je dit een goed slot van dit fragment? Leg uit waarom wel of niet.

Slide 20 - Open question

7. De volgende zinnen komen uit het fragment. Geef aan of het om een hoofdzaak of een bijzaak gaat.

a. ‘Een belangrijk aspect aan wormen is dat ze verteerde plantenresten eten.’
b. ‘Als planten in de aarde staan, kunnen ze veel dieper met hun wortels naar het grondwater.’
c. ‘Een moestuin kan ook op een balkon.’

Slide 21 - Open question

8. Hoe heb je geluisterd om deze vragen te beantwoorden?

Slide 22 - Open question

9. Vat de hoofdzaken van het fragment samen in maximaal zestig woorden. Kijk en luister zo nodig nog een keer naar het fragment en maak aantekeningen.

Slide 23 - Open question

Aan de slag!

Bekijk het fragment van Schooltv op de volgende slide en beantwoord daarna de vragen.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

1. Formuleer de hoofdgedachte van dit fragment.


Slide 26 - Open question

2. Het fragment van Schooltv heeft geen inleiding.
Schrijf een korte inleiding die bij het fragment past en waarin je een of meer vragen over het onderwerp stelt.

Slide 27 - Open question

3. a. In het fragment van Kassa wordt anders tegen regenwormen aangekeken dan in dit fragment. Beschrijf het verschil.
b. Vul de twee argumenten in die in het fragment van Kassa worden gebruikt.
c. Bedenk een argument voor de uitspraak in het fragment van Schooltv.

Slide 28 - Open question

Aan de slag!
Bekijk het fragment van de NOS op de volgende slide en beantwoord daarna de vragen.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Link

1. Wat is het doel van het fragment?

Slide 31 - Open question

2. Op welke manier wordt het fragment ingeleid?

Slide 32 - Open question

3. Vind je dit een goede inleiding? Onderbouw je mening met een argument.

Slide 33 - Open question

4. Formuleer de hoofdgedachte van dit fragment.

Slide 34 - Open question

5. Geef twee deelonderwerpen.

Slide 35 - Open question

6. De volgende zinnen komen uit het fragment. Geef aan of het om een hoofdzaak of een bijzaak gaat.
a. ‘Ontbijten voor je naar school gaat: 15 procent van de leerlingen op de basisschool doet het niet of niet altijd.’
b. ‘Het komt vaak door tijdgebrek.’
c. ‘Bij het jaarlijkse evenement dat vandaag begint, krijgen bijna een half miljoen leerlingen een ontbijt
d. ‘Dit jaar kwam het Nationaal Schoolontbijt onder vuur te liggen.’

Slide 36 - Open question

7. De volgende woorden komen uit het fragment. Leg in je eigen woorden uit wat ze betekenen.
a. ten opzichte van
b. onder vuur liggen

Slide 37 - Open question

Aan de slag!
Bekijk het fragment van YouTube op de volgende slide en beantwoord daarna de vragen.

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

Wat is het doel van dit fragment?

Slide 40 - Open question

Waarom zijn labradors geschikt als hulphond?

Slide 41 - Open question

Waarom leren de honden Engelse commando's?

Slide 42 - Open question

Einde van deze les

Slide 43 - Slide

https://quizlet.com/nl/614474113/signaalwoorden-flash-cards/

Slide 44 - Slide