Les 2 oefenen met kijk- en luisteren

Les 2: oefenen met kijk- en luisteren
VWO 2
 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Les 2: oefenen met kijk- en luisteren
VWO 2
 

Slide 1 - Slide

Lees de onderstaande situaties. Beschrijf kort het doel van de spreker(s), de tekstsoort en het publiek.

In een winkelstraat zamelt een actievoerder handtekeningen in tegen de komst van
een populaire kledingwinkel die kleding verkoopt die door kinderen gemaakt is. Hij
spreekt winkelende mensen aan en gaat met hen in gesprek.

Slide 2 - Open question

Lees de onderstaande situaties. Beschrijf kort het doel van de spreker(s), de tekstsoort en het publiek.

Acteurs spelen in de musical Les Misérables.

Slide 3 - Open question

Lees de onderstaande situaties. Beschrijf kort het doel van de spreker(s), de tekstsoort en het publiek.

In de aanloop naar de verkiezing voor een nieuwe voorzitter van de leerlingenraad houdt een van de
kandidaten een toespraak tijdens de lunchpauze.

Slide 4 - Open question

Je gaat straks kijken naar een fragment van SCHOOLTV.
Lees de vragen eerst en maak eventueel een aantekening in jouw schrift:

1. Formuleer de hoofdgedachte van dit fragment.

2. Het fragment van Schooltv heeft geen inleiding. Schrijf een korte inleiding die bij het fragment past en waarin je een of meer vragen over het onderwerp stelt.


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

1. Formuleer de hoofdgedachte van dit fragment.


Slide 7 - Open question

2. Het fragment van Schooltv heeft geen inleiding.
Schrijf een korte inleiding die bij het fragment past en waarin je een of meer vragen over het onderwerp stelt.

Slide 8 - Open question

Je gaat straks kijken naar een fragment uit het NOS Journaal.
Lees de vragen eerst en maak eventueel een aantekening in jouw schrift:

1. Wat is het doel van het fragment?
2. Op welke manier wordt het fragment ingeleid?
3. Vind je dit een goede inleiding? Onderbouw je mening met een argument.
4. Formuleer de hoofdgedachte van dit fragment.
5. Geef twee deelonderwerpen.
6. De volgende woorden komen uit het fragment. Leg in je eigen woorden uit wat ze betekenen.
a. ten opzichte van
b. onder vuur liggen

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

1. Wat is het doel van het fragment?

Slide 11 - Open question

2. Op welke manier wordt het fragment ingeleid?

Slide 12 - Open question

3. Vind je dit een goede inleiding? Onderbouw je mening met een argument.

Slide 13 - Open question

4. Formuleer de hoofdgedachte van dit fragment.

Slide 14 - Open question

5. Geef twee deelonderwerpen.

Slide 15 - Open question

6. De volgende woorden komen uit het fragment. Leg in je eigen woorden uit wat ze betekenen.
a. ten opzichte van
b. onder vuur liggen

Slide 16 - Open question

Je gaat straks kijken naar het fragment uit Kassa over de moestuin.
Lees eerst de vragen door en maak daarna slide 12 t/m 20

1. Beschrijf in een paar woorden het onderwerp.
2. Vul de twee deelonderwerpen van het fragment in.
3. Wat is het belangrijkste doel van dit fragment?
4. Voor welk soort publiek is dit fragment bedoeld?
5a. Op welke manier(en) wordt de aflevering ingeleid?
  b. Vind je dit een goede inleiding? Leg uit waarom wel of niet.
6 Liedewij Loorbach sluit het fragment af met een korte, persoonlijke anekdote.
  a. Beschrijf kort deze anekdote.
  b. Wat is de functie van deze anekdote als slot?
  c. Vind je dit een goed slot van dit fragment? Leg uit waarom wel of niet.
7. De volgende zinnen komen uit het fragment. Geef aan of het om een hoofdzaak of een bijzaak gaat.
  a. ‘Een belangrijk aspect aan wormen is dat ze verteerde plantenresten eten.’
  b. ‘Als planten in de aarde staan, kunnen ze veel dieper met hun wortels naar het grondwater.’
  c. ‘Een moestuin kan ook op een balkon.’
8. Hoe heb je geluisterd om deze vragen te beantwoorden?

Slide 17 - Slide