Les 4: stelling en argument, argumenten uitwerken

argument
voorbeeld
Stelling
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

argument
voorbeeld
Stelling

Slide 1 - Slide

Leerdoelen van deze les
Aan het eind van deze les weet je:
  • wat een stelling is;
  • wat een argument is;
  • wat AUB voor ezelsbruggetje is; 
  • hoe je een argument goed uitwerkt.

Aan het eind van deze les kun je: 
  • argumenten goed uitwerken om jouw mening te onderbouwen. 

Slide 2 - Slide


 Leg in eigen woorden uit wat een stelling is en wat een argument is.  

Slide 3 - Open question

Oefenen!
Hieronder staan vier zinnen. Elke zin bevat een standpunt en een argument. Bekijk van elke zin wat het standpunt is en wat het argument is. Bij de volgende slide krijg je een sleepvraag, waarbij je de standpunten naar het vakje 'standpunt' moet slepen en de argumenten naar het vakje 'argument'. 
  1. Dat optreden van die beroemde band lijkt me echt iets voor jou. Jij bent namelijk zo’n grote fan van hen.
  2. Omdat sommigen het niet begrepen, bood mevrouw Bisschop een extra uitlegmoment aan.
  3. Jos kon geen nieuwe schoenen kopen, want zijn zakgeld was op.
  4. Aangezien Kyra een witte jas aan had, wilde zij niet door de modder fietsen.


Slide 4 - Slide

STANDPUNT
ARGUMENT
Jos kon geen nieuwe schoenen kopen, 
want zijn zakgeld was op.
Aangezien Kyra een witte jas aan had,  
wilde zij niet door de modder fietsen.

Slide 5 - Drag question

STANDPUNT
ARGUMENT
Dat optreden van die beroemde band lijkt me echt iets voor jou.
Jij bent namelijk zo’n grote fan van hen.
Omdat sommigen het niet begrepen, 
bood mevrouw Bisschop een extra uitlegmoment aan.

Slide 6 - Drag question

Discussiëren
In de volgende slide ga je een filmpje bekijken waarin je uitleg krijgt over argumenten uitwerken met AUB.  

Na het filmpje maak je opdrachten om hiermee te oefenen.



Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Bedenk jouw eigen argument met AUB!
Kies één van de bovenste stellingen. Werk in twee- of drietallen.
1. Ben je het eens of oneens met de stelling? Noteer dat eerst.
2. Bedenk minstens twee argumenten bij jouw standpunt.
3. Werk je argument uit met A (argument), U (uitleg waarom jouw argument goed is) en B (een voorbeeld.) Je mag extra informatie of voorbeelden opzoeken op internet.  


  • Er moeten meer ongezonde snacks te koop zijn in de schoolkantine.  
  • Elke schooldag voor leerlingen zou moeten eindigen om 14.00. 
  • Er mogen geen TikTok-filmpjes op school gemaakt worden.

Slide 9 - Slide

Leg je argument en uitwerking uit aan een ander tweetal. De luisteraars geven feedback d.m.v. onderstaande punten. 
Beoordelingscriteria
    -           +
Toelichting 
Leerling geeft aan of hij het eens of oneens is met de stelling. 
    O O O O
Leerling benoemt zijn standpunt.
    O O O O
Leerling geeft twee argumenten bij zijn standpunt.
    O O O O
Leerling geeft bij het argument een voorbeeld. 
    O O O O
Het gebruikte voorbeeld maakt het argument duidelijker.
    O O O O

Slide 10 - Slide

Welke tip neem je mee voor de volgende keer?

Slide 11 - Open question

In hoeverre kun je nu goede argumenten bedenken om jouw mening te onderbouwen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll