Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
Een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord is goed/bon, mooi/beau, groot/grand enz.
Een bijwoord zegt iets over hele zin, ander bijwoord, bijvoeglijk naamwoord, werkwoord.
Een regelmatig bijwoord kan je zelf maken door een bijvoeglijk naamwoord vrouwelijk te maken en daarna -ment toe te voegen.
Bijvoorbeeld: lent - lente - lentement / seul - seule - seulement enz.
Een onregelmatig bijwoord kan je niet zelf maken, deze moet je uit je hoofd leren.
Bijvoorbeeld: bon verandert in bien, meilleur verandert in mieux enz.