V3 §8.3 Lineaire hypotheek

De vorige keer
Zoek uit wat k.k. betekent.
Zoek uit wat v.o.n. betekent.
Zoek uit wat het verschil tussen k.k. en v.o.n. is.

Maken: opgave 8.3 & 8.4
Wie heeft er een vraag over een opgave? 
Anders bespreken we opgave 8.4.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De vorige keer
Zoek uit wat k.k. betekent.
Zoek uit wat v.o.n. betekent.
Zoek uit wat het verschil tussen k.k. en v.o.n. is.

Maken: opgave 8.3 & 8.4
Wie heeft er een vraag over een opgave? 
Anders bespreken we opgave 8.4.

Slide 1 - Slide

Weten we het nog?
Waarom sluit je een hypothecaire lening af?
  • Om een onroerend goed (meestal een huis) te kunnen kopen als je niet genoeg spaargeld hebt om het direct zelf te kunnen betalen.

Slide 2 - Slide

Weten we het nog?
Wat is een hypothecaire lening? 
  • Een lening voor een onroerend goed waarbij de bank het recht heeft het onderpand te verkopen als de lener de aflossing en rente niet kan betalen.

Slide 3 - Slide

Weten we het nog?
Wat is het verschil tussen aflossing en rente.
  • Als je aflossing betaalt, dan betaal je je schuld terug en wordt je schuld dus minder.
  • Als je rente betaalt, dan betaal je ervoor dat je het geld mag lenen. Je schuld wordt dus niet minder. Rente is de prijs van lenen.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Bij een lineaire hypotheek
A
Betaal je elke maand in totaal evenveel.
B
Betaal je elke maand evenveel rente.
C
Betaal je elke maand evenveel aflossing.

Slide 6 - Quiz

Hoeveel moet je elk jaar aflossen als je een lineaire hypotheek van 30 jaar afsluit voor €600.000 met 2% rente?
A
€240
B
€12.000
C
€20.000
D
€32.000

Slide 7 - Quiz

Hoeveel is je schuld na 2 jaar als je een lineaire hypotheek van 30 jaar afsluit voor €600.000 met 2% rente?
A
€546.000
B
€560.000
C
€580.000
D
€600.000

Slide 8 - Quiz

Hoeveel rente betaal je in het 3e jaar als je een lineaire hypotheek van 30 jaar afsluit voor €600.000 met 2% rente?
A
€11.200
B
€11.600
C
€12.000
D
€20.000

Slide 9 - Quiz

Wat is een nadeel van een lineaire hypotheek?
A
Je betaalt in totaal veel rente.
B
Je moet in totaal veel aflossen.
C
De kosten zijn in totaal heel hoog.
D
In het begin zijn de maandlasten heel hoog.

Slide 10 - Quiz

Wat is een voordeel van een lineaire hypotheek?
A
In het begin betaal je weinig aflossing.
B
In het begin betaal je weinig rente.
C
In totaal betaal je weinig aflossing.
D
In totaal betaal je weinig rente.

Slide 11 - Quiz

Wat weten we over lineaire hypotheken?
  • Je betaalt elke maand evenveel aflossing.
  • De rente die je moet betalen wordt elk jaar minder.
  • De maandlasten nemen elke maand af.
  • In totaal betaal je weinig rente omdat je in het begin al relatief veel van je schuld terug betaalt. 
  • De volgende grafiek laat het verloop van de totale maandlasten zien gedurende de looptijd. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Let op:
Het gedeelte in §8.3 & §8.4 over het belastingvoordeel is extra uitdaging. Hierover komt ***misschien*** een bonusvraag in de toets.

Slide 14 - Slide

Neem de tabel over en vul in.

Slide 15 - Slide

Aan de slag
Maken: 8.5 & 8.7

Je hebt tot 5 minuten voor het einde van de les.
Je mag rustig overleggen met je buurman / buurvrouw.
Ik loop rond om je te helpen bij vragen.
Ben je klaar? Dan lees je §8.4 vast door.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video