Herhaling thema 5 Gaswisseling en uitscheiding voor H5

Th5 Gaswisseling en uitscheiding

Herhaling en overzicht
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Th5 Gaswisseling en uitscheiding

Herhaling en overzicht

Slide 1 - Slide

Longen

diffusie
vervoer zuurstof en koolstofdioxide
ventilatie (spieren!)
respirogram (dode ruimte)

Slide 2 - Slide

Bij een astma-aanval trekken de kringspieren van de bronchiolen samen. Waardoor word je benauwd?

Slide 3 - Open question

Antwoord
Door het samentrekken van de bronchiolen kan de lucht in het longblaasje minder goed ververst worden.

De diffusie van koolstofdioxide neemt af.
De concentratie koolstofdioxide in het bloed neemt toe.
Je wordt benauwd.
!! DE ADEMPRIKKEL IS KOOLSTOFDIOXIDE !!

Slide 4 - Slide

Zuurstof wordt in het bloed vervoerd door het rode eiwit hemoglobine:
Hb + O2 <-> HbO2
Naar welke kant verloopt deze reactie in de weefsels en wat verandert als de pH daalt?
A
Naar rechts, gaat sneller bij lagere pH
B
Naar links, gaat sneller bij lagere pH
C
Naar rechts, gaat langzamer bij lagere pH
D
Naar links, gaat sneller bij lagere pH

Slide 5 - Quiz

Je ademt diep uit. Welke spieren span je daarvoor aan?
A
Buitenste tussenribspieren
B
Binnenste tussenribspieren
C
middenrif
D
spieren in je neus en mond

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Wat is de
vitale capaciteit?
Gebruik BiNaS!
A
1 + 2
B
2 + 3
C
3 + 4
D
3 + 4 +5

Slide 8 - Quiz

Tussen 3 en 9 s
normale ademhaling.
Hoeveel lucht ververst in 1 minuut?

Slide 9 - Open question

Lever

bloedvaten: poortader, leverader, leverslagader
balans koolhydraten, vetten en eiwitten (ureum!)



Slide 10 - Slide

Leverader
Leverslagader
Poortader
Veel ureum
weinig ureum
Geen ureum

Slide 11 - Drag question

Welke omzetting kan de lever niet uitvoeren?
A
Koolhydraten -> vetten
B
vetten -> koolhydraten
C
eiwitten -> vetten
D
Koolhydraten -> eiwitten

Slide 12 - Quiz

De lever produceert gal. Geef de twee ingrediënten van gal en vertel waar ze van zijn gemaakt.

Slide 13 - Open question

Nieren

Bouw en werking nefron
ADH

Slide 14 - Slide

Bij een ontsteking zit er soms eiwit in de urine. Welk deel van het nefron werkt dan niet goed?
A
De glomerulus
B
Het eerste gekronkelde deel
C
De lis van Henle
D
Het tweede gekronkelde deel

Slide 15 - Quiz

Wat is terugresorptie?
A
Verplaatsen van nuttige stoffen van het bloed naar de voorurine
B
Verplaatsen van nuttige stoffen van de voorurine naar het bloed
C
Verplaatsen van afvalstoffen van het bloed naar de voorurine
D
Verplaatsen van afvalstoffen van de voorurine naar het bloed

Slide 16 - Quiz

BiNaS 85B.
Wordt natrium
teruggeresorbeerd?
A
Ja, want er zit minder natrium in urine dan in voorurine
B
Ja, want de natriumconcentratie in de voorurine is maar 1x groter ipv 70x

Slide 17 - Quiz

Je drinkt achter elkaar een liter water.
Wat gebeurt er daarna met de ADH concentratie van je bloed? En met de terugresorptie van water?
A
ADH gaat omhoog, terugresorptie water neemt toe
B
ADH gaat omhoog, terugresorptie water neemt af
C
ADH gaat omlaag terugresorptie water neemt toe
D
ADH gaat omlaag terugresorptie water neemt af

Slide 18 - Quiz

Huid

Bouw (BiNaS 87A)
rol warmtehuishouding
oppervlakte:inhoud

Slide 19 - Slide

Je wordt geprikt door een mug. De mug zuigt bloed. Tot in welke huidlaag steekt de zuigsnuit van de mug?
A
hoornlaag
B
kiemlaag
C
lederhuid
D
onderhuids bindweefsel

Slide 20 - Quiz

Op welke manieren kan je huid warmteverlies tegengaan?
(er zijn er 2)

Slide 21 - Mind map

Welk dier verbrandt het meest om zichzelf warm te houden?
A
Een kleine kikker
B
Een grote kikker
C
Een kleine muis
D
Een grote muis

Slide 22 - Quiz

Klaar!

Slide 23 - Slide