What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Het persoonlijk voornaamwoord
Het persooonlijk voornaamwoord als vervanging van een lijdend voorwerp
1 / 30
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Het persooonlijk voornaamwoord als vervanging van een lijdend voorwerp
Slide 1 - Slide
Noem de persoonlijke voornaamwoorden als vervanging van een lijdend voorwerp.
Slide 2 - Mind map
Wat is de plaats van het persoonlijk voornaamwoord als er een hele werkwoord is?
A
voor de persoonsvorm
B
voor het hele werkwoord
C
na de persoonsvorm
D
na het hele werkwoord
Slide 3 - Quiz
Wat is de plaats van het persoonlijk voornaamwoord in de zin als er geen heel werkwoord is?
A
voor de persoonsvorm
B
na de persoonsvorm
Slide 4 - Quiz
Vervang het lijdend voorwerp met een persoonlijk voornaamwoord
Nous voulons voir son dernier concert.
A
le
B
la
C
l'
D
les
Slide 5 - Quiz
Vervang het lijdend voorwerp met een persoonlijk voornaamwoord
Tu veux regarder ce film français ?
A
le
B
la
C
l'
D
les
Slide 6 - Quiz
Vervang het lijdend voorwerp met een persoonlijk voornaamwoord
J'écoute ma chanson préférée.
A
la
B
le
C
l'
D
les
Slide 7 - Quiz
Vervang het lijdend voorwerp met een persoonlijk voornaamwoord
J'ai vu tous ses concerts.
A
le
B
la
C
l'
D
les
Slide 8 - Quiz
Vervang het lijdend voorwerp met een persoonlijk voornaamwoord
Vous aimez les posters de M.Pokora ?
A
le
B
la
C
l'
D
les
Slide 9 - Quiz
Vervang het lijdend voorwerp met een persoonlijk voornaamwoord
Je connais cette chanteuse.
A
le
B
la
C
l'
D
les
Slide 10 - Quiz
De plaats van het persoonlijk voornaamwoord (lijdend voorwerp)
Tu veux regarder ce film français.
A
Tu veux regarder le.
B
Tu veux le regarder.
C
Tu le veux regarder.
D
Tu veux le regarder le film français.
Slide 11 - Quiz
Vervang het lijdend voorwerp door een persoonlijk voornaamwoord en zet het op de juiste plek in de zin. Schrijf de nieuwe zin helemaal op.
Vous avez vu l'actrice dans un magasin?
A
Vous l'avez vu?
B
Vous avez vu la?
C
Vous la avez vu?
D
Vous avez la vu?
Slide 12 - Quiz
vervang het lijdend voorwerp door een persoonlijk voornaamwoord.
Tu rêves de rencontrer ta star préférée dans la rue.
A
Tu la rêves de rencontrer dans la rue.
B
Tu rêves de la rencontrer dans la rue.
C
Tu rêves de la rencontrer préférée dans la rue.
D
Tu rêves de rencontrer la dans la rue .
Slide 13 - Quiz
vervang het lijdend voorwerp door een persoonlijk voornaamwoord in je antwoord.
Tu as rencontré Juliette au supermarché hier matin?
Non, .....
A
je n'ai pas la rencontré Juliette au supermarché hier matin
B
Tu ne l'as pas rencontré au supermarché hier matin
C
je ne l'ai pas rencontré au supermarché hier matin
D
Tu as ne la rencontré pas au supermarché hier matin
Slide 14 - Quiz
Het persoonlijk voornaamwoord als vervanging van een meewerkend voorwerp
Slide 15 - Slide
Noem de persoonlijke voornaamwoorden als vervanging van een meewerkend voorwerp.
Slide 16 - Mind map
Een meewerkend voorwerp begint met een...
A
à woord
B
de woord
C
een werkwoord
D
een onderwerp
Slide 17 - Quiz
Heeft deze zin een lijdend voorwerp of een meewerkend voorwerp?
Tu parles aux profs?
A
MV
B
LV
Slide 18 - Quiz
Heeft deze zin een lijdend voorwerp of een meewerkend voorwerp?
Vous regardez la télé?
A
MV
B
LV
Slide 19 - Quiz
Heeft deze zin een lijdend voorwerp of een meewerkend voorwerp?
Nous avons acheté des fleurs?
A
MV
B
LV
Slide 20 - Quiz
Heeft deze zin een lijdend voorwerp of een meewerkend voorwerp?
Je vais télephoner à mon ami?
A
MV
B
LV
Slide 21 - Quiz
Heeft deze zin een lijdend voorwerp of een meewerkend voorwerp?
Il a envoyé une lettre à sa mère?
A
MV
B
LV
Slide 22 - Quiz
Vervang het meerwerk voorwerp voorwerp met een persoonlijk voornaamwoord
Vous répondez à la dame ?
A
lui
B
leur
Slide 23 - Quiz
Vervang het meerwerk voorwerp voorwerp met een persoonlijk voornaamwoord
Tu envoyes des fleurs à tes parents ?
A
lui
B
leur
Slide 24 - Quiz
Wat is de plaats van het persoonlijk voornaamwoord in de zin bij meewerkend voorwerp?
A
achter het werkwoord
B
voor het persoonsvorm
C
voor het infinitief
D
achter in de zin
Slide 25 - Quiz
Vervang het meerwerk voorwerp voorwerp met een persoonlijk voornaamwoord
Il parle à sa soeur.
A
lui
B
leur
Slide 26 - Quiz
Vervang het meerwerk voorwerp voorwerp met een persoonlijk voornaamwoord
Elles répondent à Maria.
A
lui
B
leur
Slide 27 - Quiz
Vervang het meerwerk voorwerp voorwerp met een persoonlijk voornaamwoord
Tu envoyes des fleurs à tes parents ?
A
lui
B
leur
Slide 28 - Quiz
Vervang het meewerkend voorwerp door een persoonlijk voornaamwoord en zet het op de juiste plek in de zin. Schrijf de nieuwe zin helemaal op.
Vous avez parlé au prof?
A
Vous lui avez parlé?
B
Vous avez lui parlé?
C
Vous avez parlé lui?
D
Vous l´avez parlé?
Slide 29 - Quiz
Vervang het meewerkend voorwerp door een persoonlijk voornaamwoord en zet het op de juiste plek in de zin. Schrijf de nieuwe zin helemaal op.
Je vais téléphoner à ma mamie.
A
Je vais leur téléphoner.
B
Je vais lui téléphoner.
C
Je leur vais téléphoner.
D
Je lui vais téléphoner.
Slide 30 - Quiz
More lessons like this
Het persoonlijk voornaamwoord - kennis toetsen
March 2023
- Lesson with
29 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
Le 20 avril
April 2022
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Le pronom personnel COD/COI HAVO3
March 2022
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Le pronom personnel COD/COI HAVO3
June 2024
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
mercredi le 13 avril
April 2022
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Le pronom personnel
April 2023
- Lesson with
28 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Le pronom personnel
January 2023
- Lesson with
24 slides
Français
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
4H, ch 4deel 2 grammaire C le pronom personnel
February 2024
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4