Test jezelf TW2

Test jezelf
--> met behulp van de opgaven in deze les kun je controleren
 of je de stof van TW2  voldoende kunt toepassen.
H1: Atoombouw
H2: Chemisch rekenen
H3: Bindingstypen





1 / 18
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Test jezelf
--> met behulp van de opgaven in deze les kun je controleren
 of je de stof van TW2  voldoende kunt toepassen.
H1: Atoombouw
H2: Chemisch rekenen
H3: Bindingstypen





Slide 1 - Slide

Roest
IJzer reageert met zuurstof uit de lucht tot ijzeroxide (roest).
Beantwoord de volgende vragen over dit verschijnsel.

Slide 2 - Slide

Geef de kloppende reactievergelijking van de reactie van ijzer met zuurstof.
Er ontstaat ijzeroxide (Fe2O3).

Slide 3 - Open question

De kloppende reactievergelijking is
4 Fe + 3 O2 --> 2 Fe2O3
Hoeveel protonen, neutronen en elektronen bevat het ijzeratoom met massagetal 56?

Slide 4 - Open question

De kloppende reactievergelijking is
4 Fe + 3 O2 --> 2 Fe2O3
Hoeveel protonen, neutronen en elektronen bevat het zuurstofion met massagetal 16?

Slide 5 - Open question

De reactievergelijking voor de vorming van roest is
4 Fe(s) + 3 O2(g) --> 2 Fe2O3(s)
Welke bindingen worden verbroken en welke bindingen worden gevormd bij deze reactie?

Slide 6 - Open question

uitleg
Fe
Fe2O3
O2
uit welke atoomsoorten bestaat de formule?
metaal
atomen
beide
niet metaal atomen
in welke groep stoffen hoort het dus?
metaal
zouten
moleculaire stof
welke binding komt dus voor?
(welke wordt verbroken of gevormd)
metaal-binding
 ion-binding
atoombinding (IN molecuul O2)

LET OP: er is géén vdWaalsbinding TUSSEN moleculen O2, want het is een gas

Slide 7 - Slide

Bereken hoeveel cm3 magnesium nodig is voor de vorming van 1,34 gram magnesiumoxide. Geef je antwoord in het juiste aantal significante cijfers. Werk deze opgave uit op papier en noteer alleen je eindantwoord.

Slide 8 - Open question

controleer je berekening
  • M = m/n -> M= 40,305 g/mol (binas 98), dus 1,34 / 40,305 = 0,0332464 mol MgO
  • 1:1, dus ook 0,0332464 mol Mg nodig
  • M = m/n -> M = 24,31 g/mol (binas 99), dus 0,0332464 x 24,31 = 0,80822 gram Mg nodig
  • p=m/V -> p = 1,74x103 kg/m3 (binas 8) = 1,74 g/cm3, dus 0,80822 / 1,74 = 0,46449 cm3 
  • antwoord: 0,464 cm3

Slide 9 - Slide

loodmenie
Loodmenie is een rood-oranje stof die gebruikt wordt in roestwerende verf. De formule van loodmenie is Pb3O4.

Slide 10 - Slide

Geef van de ionen O2-, Pb2+ en Pb4+ het aantal protonen en elektronen

Slide 11 - Open question

handgel
Desinfecterende handgel is oplossing van
 65% alcohol in water.

Slide 12 - Slide

Leg op microniveau uit dat een molecuul alcohol goed oplost in water. Licht je antwoord toe met een tekening van twee moleculen alcohol en vijf moleculen water

Slide 13 - Open question

voorbeeldantwoord tekening
- vijf moleculen water en twee moleculen alcohol getekend

- tenminste 3 juiste H-bruggen (van O naar H)

voor elke onjuiste H-brug 1p aftrek en H-bruggen moeten met --- getekend zijn

Slide 14 - Slide

smelt- en kookpunten

Slide 15 - Slide


welke fase hebben deze stoffen bij kamertemperatuur?

Slide 16 - Open question


Geef een verklaring op microniveau voor het hoge smeltpunt van CaCl2

Slide 17 - Open question


Geef een verklaring op microniveau voor het verschil in de kookpunten van CH4 en C6H14

Slide 18 - Open question