This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
De Voedingsdriehoek: Een Gids Voor Gezond Eten
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoelen
Aan het einde van deze les, kun je de voedingsdriehoek begrijpen en gebruiken om gezonde eetgewoonten te ontwikkelen.
Slide 2 - Slide
Leg de leerdoelen duidelijk uit en benadruk het belang van het ontwikkelen van gezonde eetgewoonten.
Wat weet je al over de voedingsdriehoek?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Wat is de voedingsdriehoek?
De voedingsdriehoek is een gids die laat zien welke voedingsmiddelen we dagelijks nodig hebben en in welke hoeveelheden.
Slide 4 - Slide
Leg uit dat de voedingsdriehoek een visuele weergave is van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voedingsmiddelen.
De 5 groepen
De voedingsdriehoek heeft 5 groepen: groenten en fruit, graanproducten, eiwitten, zuivel en vetten.
Slide 5 - Slide
Leg uit wat elke groep vertegenwoordigt en geef voorbeelden van voedingsmiddelen in elke groep.
Groenten en fruit
Groenten en fruit zijn belangrijk voor de vezels, vitaminen en mineralen die ze bevatten.
Slide 6 - Slide
Laat afbeeldingen zien van verschillende soorten groenten en fruit en benadruk het belang van het eten van een verscheidenheid aan kleuren.
Graanproducten
Graanproducten bevatten koolhydraten die ons lichaam energie geven.
Slide 7 - Slide
Laat voorbeelden zien van graanproducten zoals brood, pasta en rijst. Bespreek de verschillen tussen volkoren en geraffineerde granen.
Eiwitten
Eiwitten zijn nodig voor de opbouw en reparatie van weefsels in ons lichaam.
Slide 8 - Slide
Laat voorbeelden zien van eiwitrijke voedingsmiddelen zoals vlees, vis, bonen en noten. Bespreek het belang van variatie in eiwitbronnen.
Zuivel
Zuivelproducten bevatten calcium dat nodig is voor sterke botten en tanden.
Slide 9 - Slide
Laat voorbeelden zien van zuivelproducten zoals melk, kaas en yoghurt. Bespreek alternatieven voor mensen die geen zuivel willen of kunnen eten.
Vetten
Vetten zijn nodig voor een gezonde huid en haar en voor de opname van sommige vitaminen.
Slide 10 - Slide
Beschrijf het verschil tussen gezonde en ongezonde vetten en geef voorbeelden van voedingsmiddelen die rijk zijn aan gezonde vetten.
Hoeveel heb je nodig?
De hoeveelheid voedingsmiddelen die je nodig hebt, hangt af van je leeftijd, geslacht en activiteitsniveau.
Slide 11 - Slide
Leg uit dat de voedingsdriehoek kan worden aangepast aan individuele behoeften en bespreek de tool 'Mijn Eetmeter' die mensen kunnen gebruiken om hun voeding bij te houden.
Portiegrootte
De grootte van de portie is ook belangrijk om gezond te blijven.
Slide 12 - Slide
Laat afbeeldingen zien van portiegroottes en bespreek het belang van het beheersen van portiegroottes.
Voedingsadvies
Het volgen van de voedingsdriehoek kan helpen bij het ontwikkelen van gezonde eetgewoonten.
Slide 13 - Slide
Beschrijf hoe mensen de voedingsdriehoek kunnen gebruiken om gezonde keuzes te maken en bespreek het belang van het volgen van een uitgebalanceerd dieet.
Evaluatie
Laten we eens kijken wat we hebben geleerd.
Slide 14 - Slide
Geef een korte quiz of vraag de studenten om de belangrijkste punten van de les te herhalen.
Voedingsdriehoek in actie
Laten we de voedingsdriehoek toepassen op een dagelijkse maaltijd.
Slide 15 - Slide
Geef de studenten een opdracht om een gezonde maaltijd te plannen met behulp van de voedingsdriehoek.
Gezonde snacks
Laten we kijken naar gezonde snacks die passen bij de voedingsdriehoek.
Slide 16 - Slide
Laat afbeeldingen zien van gezonde snacks en bespreek hoe ze passen in de voedingsdriehoek.
Kookdemonstratie
Laten we samen een gezonde maaltijd koken die past bij de voedingsdriehoek.
Slide 17 - Slide
Leid de studenten door het koken van een gezonde maaltijd die past bij de voedingsdriehoek.
Huiswerk
Plan een gezonde maaltijd voor morgen met behulp van de voedingsdriehoek.
Slide 18 - Slide
Geef instructies voor het huiswerk en benadruk het belang van het toepassen van de voedingsdriehoek in het dagelijks leven.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 19 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 20 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 21 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.