Taalverzorging - Engelse werkwoorden en samenstellingen
Werkwoorden uit het Engels & Samenstellingen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3
This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Werkwoorden uit het Engels & Samenstellingen
Slide 1 - Slide
Lesplanning
Lesdoel
Instructie
Oefenen
Zelfstandig werken
Einde les
Slide 2 - Slide
Lesdoel
Je kunt aan het eind van de les Engelse werkwoorden vervoegen
Je kunt tussenletters in samenstellingen goed spellen
Slide 3 - Slide
Engelse werkwoorden 1
De stam van een werkwoord van Engelse herkomst schrijven we op dezelfde manier als in het Engels. Die vorm gebruiken we zoals de stam van een Nederlands werkwoord.
Slide 4 - Slide
Engelse werkwoorden 2
Als het woord in het Engels eindigt op een dubbele medeklinker, vernederlandsen we de stam en schrijven we een enkele medeklinker, tenzij dit een andere uitspraak oproept.
Slide 5 - Slide
Engelse werkwoorden 3
Als het woord in het Engels in de laatste uitgesproken lettergreep* een lange /oo/ of een daaraan verwante klank heeft, vernederlandsen we de stam en schrijven we oo met dubbel klinkerteken.
Slide 6 - Slide
Engelse werkwoorden
Hij (lunchen-vt)
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde
Slide 7 - Quiz
Engelse werkwoorden
Jij (deleten-tt)
A
deletet
B
delet
C
deletete
D
delete
Slide 8 - Quiz
Engelse werkwoorden
Jij (stressen-tt)
A
stresst
B
strest
C
stresd
D
stressd
Slide 9 - Quiz
Engelse werkwoorden
Hij (timen - vt)
A
timde
B
timdde
C
timete
D
timede
Slide 10 - Quiz
Engelse werkwoorden
Jij (baseballen-tt)
A
basebalt
B
baseballt
C
basebald
D
baseballd
Slide 11 - Quiz
Samenstelling 1
Als je twee of meerdere woorden aan elkaar plakt, dan noemen we dat een samenstelling.
Als je deze aan elkaar plakt, heb je soms een tussenletter nodig, zoals -en, -e of -s. Als het meervoud van het eerste deel van de samenstelling eindigt op -en, dan gebruik je -en als tussenletter.
Slide 12 - Slide
Samenstelling 2
Als het eerste deel van de samenstelling in het meervoud op zowel -en als -s kan eindigen, dan gebruik je als tussenletter -e
Slide 13 - Slide
Samenstelling 3
Het eerste deel gaat over iets waarvan er maar één is:
maan+ schijn-> maneschijn Het eerste woord versterkt het tweede woord beer+ sterk -> beresterk reus+ goed-> reuzegoed Als het eerste deel geen meervoud heeft op -en rijst + vlaai -> rijstevlaai Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord lach + bek -> lachebek
Slide 14 - Slide
Wat ga je doen?
BBL
Taalverzorging 3: Als muziek in je oren
Perron 3: Van rap tot romantisch: maken opdracht 1 t/m 10 + 21, 22, 24, 25