1. Zoek de persoonsvorm.
Ik koop grote oliebollen bij de markt.
2. Gebruik de verplaatsingstest.
[ik] koop grote oliebollen bij de markt.
[grote oliebollen] koop...
[bij de markt] koop...
3. Wat zijn de zinsdelen?
Ik - koop - grote oliebollen - bij de markt.