Formuleren 2.4

Formuleren 2.4 - Twijfelwoorden
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Formuleren 2.4 - Twijfelwoorden

Slide 1 - Slide

Form 2.4 Twijfelwoorden
  • me / mij / mijn - je / jou / jouw - u /uw?
  • welke / die / dat?
  • met wie / waarmee?
  • ze / hun / hen?
  • als / dan?
  • naar / na - op zoek / opzoek?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Ik ben vandaag ... boeken vergeten.
A
me
B
mij
C
mijn

Slide 4 - Quiz

Ik heb ... gisteren toch nog gezien?
A
je
B
jij
C
jou
D
jouw

Slide 5 - Quiz

Ga met ... aankoop naar de infobalie als ... die wilt ruilen.
A
u, u
B
u, uw
C
uw, u
D
uw, uw

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

Geef je de cadeaubonnen aan ...?
A
hen
B
hun

Slide 8 - Quiz

Wat zou jij ... het liefste willen vertellen?
A
hen
B
hun

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

.. aanleiding van uw brief stuur ik u dit antwoord.
A
na
B
naar

Slide 11 - Quiz

Ik kijk jullie toets zo snel mogelijk ...
A
na
B
naar

Slide 12 - Quiz

... mijn mening moet je goed nadenken voor je beslist ... welke school je gaat.
A
na, na
B
na, naar
C
naar, na
D
naar, naar

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Mijn laptop is net zo traag ... die van jou, maar gelukkig sneller ... die van Jane.
A
als, als
B
als, dan
C
dan, als
D
dan, dan

Slide 16 - Quiz