Persoonsvorm TT (tegenwoordige tijd)
Bij
ik schrijf je de
ik-vormBij jij, u, hij, zij en het schrijf je stam + t
Bij je of jij achter de persoonsvorm schrijf je de ik-vorm
Bij wij, jullie en zij (meervoud) schrijf je het hele werkwoord
Maar wat als je de persoonsvorm in de verleden tijd zet....