Week 23 - Meer dan lezen §3 en §4 - th1

Week 23 - Meer dan lezen §3 en §4 - th1
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Week 23 - Meer dan lezen §3 en §4 - th1

Slide 1 - Slide

Welkom th1b!
Telefoon thuis of in je kluis? Ga dan lekker zitten en leg klaar:

 - je schrift en pen;
  - je leesboek
 - Nieuw Nederlands

Laat je laptop nog even je tas. 









maandag 30 september 2024
Maandag 20 januari 2025

Slide 2 - Slide

Lesdoelen, na deze les:
  • Kun je de hoofdgedachte van een tekst vinden. 
Planning van deze les :

  • Lezen in je leesboek - 10 minuten
  • Taalvoutje van de week
  • Meer dan lezen, §3 Hoofdgedachte - uitleg en maken opdrachten
  • Status  nakijken interviewverslag


Slide 3 - Slide

Lezen in je leesboek
Je leest ongeveer 10 minuten in stilte.
Ik loop langs om je gelezen pagina's te noteren.
Na afloop kun je een vraag krijgen over wat je gelezen hebt. 
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Taalvoutje van de week
Welke letter
mist?

Slide 5 - Slide

Kakifruit

Slide 6 - Slide

Cursus 1  - Meer dan lezen
Planning komende weken:  
  • We doen paragrafen 3 en 4.
    §1 Onbekende woorden en §2  Onderwerp - al gedaan  afgelopen oktober
    §3  - Hoofdgedachte - vandaag krijg je uitleg hierover

    §4 - Tekstdoelen en tekstsoorten - doen we later deze week

  • Komende donderdag : herhaling §3 en §4 en oefentoets
  • Donderdag 27 februari: proefwerk Meer dan lezen §3 en §4


Slide 7 - Slide

Vandaag: Meer dan lezen, §3 Hoofdgedachte 


Hoofdgedachte = het belangrijkste wat in een tekst over het onderwerp wordt gezegd. Dit kun je samenvatten in één zin.
                              Hoofd              belangrijk                                     gedachte            wat iemand denkt

Hoe vind je de hoofdgedachte in een tekst?
  • Bepaal eerst het onderwerp  - waar gaat deze tekst over? Een of enkele woorden
  • Lees de tekst precies 
  • Vraag je dan af: wat is het belangrijkste wat een schrijver wil vertellen over het onderwerp van een tekst?  
  • Het antwoord daarop in één zin is de hoofdgedachte.
  • Tip: kijk aan het begin of het eind van de tekst of het antwoord daar (letterlijk) staat.  formuleer de hoofdgedachte dan zelf.



Slide 8 - Slide

Hoofdgedachte
Lees deze tekst:

IJsberen lijken heel lief en schattig door hun dikke, wollige vacht. Toch moet je oppassen voor deze dieren. IJsberen zijn namelijk roofdieren. Ze eten vlees van andere dieren. Kijk dus maar uit als je er eentje tegenkomt!

  • Wat is het onderwerp?
  • Onderwerp: ijsberen
  • Wat is de hoofdgedachte? (wat is het belangrijkste wat over ijsberen wordt gezegd?)
  • Hoofdgedachte: Je moet oppassen voor ijsberen

Slide 9 - Slide

§3 Hoofdgedachte
Verschil tussen onderwerp en hoofdgedachte van een tekst?


Onderwerp
 - Waar gaat deze tekst over?

 - Een of enkele woorden 
Hoofdgedachte
 - Wat is het belangrijkste wat        over het onderwerp wordt          gezegd?

 - Bestaat uit een hele zin.

Slide 10 - Slide

Zelf aan de slag
WAT?           Maak opdrachten 10A, 11A en 12A (leerroute A)

HOE              Online: cursus 1 Meer dan lezen  §3 Hoofdgedachte (leerroute A)
                      
HULP?         Theorie blz. 21/ online staat de theorie bij de opdrachten.
TIJD               15 minuten.
KLAAR?        Maak opdracht 1 t/m 3, blz 21 en 22 in je leerwerkboek of maak                               ze online


KLAAR?           


timer
15:00

Slide 11 - Slide

Evaluatie
Je kunt nu het de hoofgedachte van een tekst vinden.

Slide 12 - Slide

Volgende les woensdag 5 februari
We herhalen §3 en gaan verder met §4 - tekstdoelen en tekstsoorten

Slide 13 - Slide