This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom bij Nederlands!
Heb je je boek, schrift & pen erbij?
Slide 1 - Slide
Vandaag
Uitleg Blok 5 Lezen
Vragen?
Werken
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Argumenteren is te leren!
Slide 3 - Slide
Leerdoelen
Je kunt drie soorten opbouw van argumentatie noemen.
Je kent vijf soorten drogredenen.
Slide 4 - Slide
Argumentatie: wat weet je al?
Slide 5 - Mind map
Standpunt
Een mening wordt een standpunt wanneer het onderbouwd wordt met argumenten.
Je kunt het met een standpunt altijd eens of oneens zijn.
Dus niet: "Gisteren regende het niet."
Maar: "Gisteren was het mooi weer."
Slide 6 - Slide
Opbouw argumentatie
Structuur:
Standpunt
Argument
want / omdat
dus / daarom
Slide 7 - Slide
4 basisstructuren
Enkelvoudige argumentatie
Nevenschikkende argumentatie (onafhankelijk)
Nevenschikkende argumentatie (afhankelijk)
Onderschikkende argumentatie
Slide 8 - Slide
Bij enkelvoudige argumentatie onderbouw je je standpunt met één argument.
HET WAS EEN LEUKE LES
⇑ want
DE DOCENT WAS IN EEN GOEDE BUI
Slide 9 - Slide
Bij nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten staat ieder argument los van het andere.
Slide 10 - Slide
Bij nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumentatie, kan het ene argument niet zonder het andere argument: ze zijn van elkaar afhankelijk
Ik ga niet studeren in Leiden.
Mijn broer woont daar en ik wil niet in dezelfde stad wonen als mijn broer.
Slide 11 - Slide
Bij onderschikkendeargumentatie ondersteunt een argument een ander argument (ketenargumentatie).
Slide 12 - Slide
Combinatie
Je kunt natuurlijk ook een combinatie hebben van nevenschikkende argumentatie (meerdere argumenten) die ondersteund wordt (met onderschikkende/ subargumenten).
Slide 13 - Slide
Onderschikkende argumentatie bestaat altijd maar uit één argument bij het standpunt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quiz
Dit is een goede school. De leerlingen kunnen zich goed ontwikkelen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie
Slide 15 - Quiz
De spelling moet worden vereenvoudigd. De meeste Nederlanders blijven fouten maken. Kijk maar naar de spelfouten in tijdschriften en kranten.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie
Slide 16 - Quiz
Het Vechtdal College is een goede school. Het heeft een mooi gebouw en de leerlingen kunnen zich ontwikkelen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie
Slide 17 - Quiz
Drogredenen (pag. 225)
Fouten in redeneringen en argumentaties
Als je ze herkent, dan kun je een argumentatie onderuit halen.
Slide 18 - Slide
Verkeerde vergelijking
De vergelijking verschilt op belangrijke punten
'Volgens de NS hoeft in de sprinter geen wc te zitten. In de bus zitten ze toch ook niet.'
Slide 19 - Slide
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
Het genoemde gevolg heeft een andere oorzaak of kan andere oorzaken hebben.
voorbeeld:
Logisch dat hij is ontslagen; hij zat immers altijd op zijn mobiel.
Slide 20 - Slide
Cirkelredenering
Het standpunt wordt ondersteund door het herhalen van het argument.
Slide 21 - Slide
Ontduiken bewijslast
Iets beweren en de tegenstander vragen om het tegendeel te bewijzen.
voorbeeld:
Als jij geen tegenargumenten kunt bedenken, dan is het dus waar.
Ik heb nog geen argument gehoord tegen mijn oplossing.
Slide 22 - Slide
Beroep op traditie
Je geeft een argument dat gebaseerd is op het idee dat iets zo moet blijven omdat het altijd al zo geweest is.
'Waarom zou ik een mobiele telefoon aanschaffen? Vroeger had niemand een mobiele telefoon en de communicatie verliep altijd prima.'
Slide 23 - Slide
Cirkelredering
Verkeerde vergelijking
beroep op traditie
Onjuiste oorzaak-gevolg
Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.
Geschiedenislessen zijn niet belangrijk. Oude kleren gooi je toch ook gewoon weg?
Dit geneesmiddel werd al gebruikt in het oude Egypte.
Nils is de baas, want hij zegt wat er moet gebeuren.
Slide 24 - Drag question
Leerdoelen
Je kunt drie soorten opbouw van argumentatie noemen.
Je kent vijf soorten drogredenen.
Slide 25 - Slide
Afsluiting
Huiswerk
Alle niveaus: Maak van Blok 5, Lezen, opdr. 1 & 2.