24 november les 4

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Deze les

Schrijven: alinea's gemaakt?

grammatica: werkwoorden in de verleden tijd

Schrijven: brief aanpassen (werkwoorden)

woordenschat: herhalen woorden vorige week en gisteren

Schrijven

• Pak je brief.
• Geef de brief aan iemand naast jou.
• Controleer de brief van een ander:
• zie je alinea's?
• Geef feedback (een top en een  tip)

werkwoorden in de verleden tijd

't ex-fokschaap

(of 't kofschip)

wij .......... vlug de tijd.

1. noteerde
2. noteerdden
3. noteerden
4. weet niet

stam: noteer

laatste letter in 'ex fokschip?

NEE.

Dus: de

Noteerde

.......... jij ook al dat de les niet doorging?

1. vermoede
2. vermoedde
3. vermoedden
4. weet niet

stam: vermoed

laatste letter in 'ex fokschip?

NEE

Dus: de

vermoedde

de docent ....... de hele les.

1. praat
2. praatte
3. praatten
4. weet niet

Stam: praat

laatste letter in 't ex fokschip?

JA

Dus: te

praatte

wij ........... lekker voor onze gasten.

1. koken
2. kookte
3. kookten
4. weet niet

stam: kook

laatste letter in 't ex fokschip?

JA

dus: ten

kookten

let op!

verhuizen

stam: verhuiz

Z veranderd in 's'

verhuisde

en.. let op!

verven

stam: verv

'V' veranderd in 'f'

verfde

Nu Nederlands

deel B

spelling 1.4 

• In de les: nakijken opdracht 1,2,3  en 4, 5
• de les maken: opdracht: 6 en 7
• Huiswerk: opdracht 8 en 9

Huiswerk

Verbeter de werkwoorden in jouw brief.

• verbeter de tijd
• kun je een variatie brengen in de werkwoorden? (dus ook andere werkwoorden gebruiken)

Voorbeelden werkwoorden

Hierna zie je werkwoorden die je in jouw brief kunt gebruiken.

Weet je nog andere werkwoorden die je in de brief kunt gebruiken?

Woordenschat

herhalen woorden van vorige week (les 2) en gisteren (les 3)

de omstandigheid

1. uitvoerig
2. de situatie
3. eromheen
4. weet niet

de voorwaarde

1. de eis
2. wat er moet gebeuren of moet zijn
3. niet nodig
4. weet niet

tegemoetkoming

1. vergoeding
2. geld terug betalen
3. iemand tegemoet lopen
4. weet niet

ongewenst

1. wat je wel wilt
2. wat je niet wilt
3. fout
4. weet niet

veroorloven

1. iets niet kunnen betalen
2. iets kunnen betalen
3. iets teveel betalen
4. weet niet

veroorloven

1. zelfstandig naamwoord
2. werkwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. weet niet

het patroon

1. zelfstandig naamwoord
2. werkwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. weet niet

aanvoeren

1. reden geven
2. stimuleren
3. eten geven
4. weet niet

aanbevelen

1. aanraden
2. instructie geven
3. advies geven
4. weet niet

Ik heb geleerd van de feedback van een klasgenoot op mijn brief

😒🙁😐🙂😃