Klas 1 week 40 les 2

• ne
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

LESOPZET

Absentie

Leerdoel van deze les

Uitleg 1.5 spelling

Aan het werk!

Evaluatie

LEERDOEL (noteer in je schrift)

Ik kan de persoonsvorm tegenwoordige tijd correct spellen.

PV in de tegenwoordige tijd (1)

Begrippen:

de persoonsvorm (pv)

de stam

de tegenwoordige tijd

de ik - vorm

het hele werkwoord

Wat is de stam van het werkwoord brengen?

1. brengen
2. brengt
3. breng
4. bracht

Wat is de pv in de volgende zin:
Ik stop mijn boeken in mijn tas.

1. Ik
2. mijn
3. stop
4. tas

Wat is de stam van verven?

1. verf
2. verv
3. verven
4. verft

Zoek de stam en de ik-vorm van
zetten.

1. zett-zet
2. zet-zet
3. zett-zett
4. zet-zett

Omschrijf hoe je de pv kan vinden met de tijdproef.

Geen -t:

• Als ik bij de pv staat (Ik pak).
• Als je/jij achter de pv staat (Pak jij/pak je?).
• Bij een bevel (Pak!).

Met -t:

• Als jij of hij/zij/het bij de pv staat (Jij pakt, hij pakt, zij pakt).

verven
Ik ...... de deur.

zetten
Jij .... de bloemen op tafel.

rammelen
Wij .... van de honger.

reizen
Een minister ... veel

kussen
De moeder ... haar kind.

blaffen
Onze hond .... haast nooit.

worden
.... jij wel eens gepest?

vinden
Mijn zus ..... dat geen goed idee.

rijden
Ik ..... op mijn nieuwe fiets naar school.

Aan de slag!

Leerdoel:      Ik kan de persoonsvorm tegenwoordige tijd correct spellen.

Wat?               1.4 grammatica opdracht 14 en 16 a t/m c.
                         1.5 spelling opdracht 2, 3 en 6.

Hoe?              Zelfstandig, fluisterend overleggen mag.

Hulp?             Docent, schoudermaatje.

Tijd?               Tot 5 minuten voor het einde van de les.

Resultaat?   Opdrachten netjes in je schrift. Gebruik van hoofdletters en

                          leestekens. Bij ontleden maak je gebruik van witregels.

Klaar?            Huiswerk vorige les.

Evalueren leerdoel

Ik kan de persoonsvorm tegenwoordige tijd correct spellen.

HUISWERK:

1.4 grammatica opdracht 14 en 16 a t/m c.
1.5 spelling opdracht 2, 3 en 6.