Toetsbegrippen Sales p3 26 tm 38

Wat is geen B2B koopsituatie?
A
straight rebuy
B
modified rebuy
C
new task buying
D
specialty goods
1 / 15
next
Slide 1: Quiz
HandelMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Wat is geen B2B koopsituatie?
A
straight rebuy
B
modified rebuy
C
new task buying
D
specialty goods

Slide 1 - Quiz

New task buying heeft vaak als koopgedrag:
A
RAG
B
BPO
C
UPO
D
probleemloos koopgedrag

Slide 2 - Quiz

Wat is de juiste combinatie?
A
RAG en shopping goods
B
BPO en shopping goods
C
UPO en convenience goods
D
UFO en convenience goods

Slide 3 - Quiz

Stelling 1: De indeling convenience, shopping en specialty goods is gebaseerd op de hoogte van de prijs.
Stelling 2: Canvassen is een middel bij acquisitie.
A
1 en 2 zijn beiden juist
B
1 en 2 zijn beiden onjuist
C
1 is juist en 2 is onjuist
D
1 is onjuist en 2 is juist

Slide 4 - Quiz

Wat is de juiste volgorde in de salesfunnel van boven naar beneden?
A
suspects; leads; prospects; klanten; terugkerende klanten
B
leads; suspects; prospects; klanten; terugkerende klanten
C
prospects; suspects; leads; klanten; terugkerende klanten
D
suspects; prospects; leads; klanten; terugkerende klanten

Slide 5 - Quiz

stelling 1: AIDA staat voor: attention, interest, desire, action
Stelling 2: DMU staat voor: decision, making, unit
A
1+2 zijn beiden juist
B
1+2 zijn beiden onjuist
C
1 is juist 2 is onjuist
D
1 is onjuist 2 is juist

Slide 6 - Quiz

"DE" invloeden bij onderhandelen zijn:
A
aanbod, vraag en prijs
B
de klant, de verkoper en het product
C
Dominante, afstandelijke en sociale klanten
D
Macht; informatie en tijd

Slide 7 - Quiz

Bij deepselling
A
verkoop je meer van dezelfde producten
B
vedrkoop je duurdere producten
C
verkoop je goedkopere producten
D
geef je standaard korting

Slide 8 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van complementaire pruducten
A
bier en wijn
B
bier en chips
C
koffie en thee
D
duurdere producten

Slide 9 - Quiz

Subsituten zijn:
A
rijst en pasta
B
pasta en kaas
C
kaas en brood
D
bord, brood, boter en hagelslag

Slide 10 - Quiz

Waar staat de afkorting DMU voor?
A
Dat moet U
B
Decision Making Unit
C
Deal, More, Useful
D
Delft, Maastricht University

Slide 11 - Quiz

Wat is geen rol in een DMU?
A
initiator
B
gatekeeper
C
gebruiker
D
verkoper

Slide 12 - Quiz

Bij Franco
A
betaalt de verkoper de transportkosten
B
betaalt de klant de transportkosten
C
betaalt de klant bij levering
D
betaalt de klant na levering

Slide 13 - Quiz

Bij Franchising:
A
wordt een succesvolle formule verhuurd
B
worden franse artikelen verkocht
C
heeft de ondernemer veel vrijheid om het beleid te bepalen
D
heeft de ondernemer geen ondernemingsrisico

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide