les 6 B2j Tiere 2

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

31-03-2025

Willkommen im Deutschunterricht 6

Thema 2: Tiere

op tafel:

boek 3

etui

snelhechter 

Wat doen wij in deze les:

- stille startopdracht 

- klassikaal praten over dieren (filmpje met quiz)

- woorden zoeken in woordenboek

- ontspanningspauze

- stille grammatica 

- herhaling persoonsvormen

- lezen over een dier

Lesdoel

1. Je hebt voorbeelden, hoe jij korte zinnen in het Duits kunt maken.
   
2. Je kent "IDEWIS" en "FEESTTENTEN" nog
3. Je kunt gesproken of geschreven teksten over dieren begrijpen

STILLE START

Lees de tekst op kopie 

stil

Luister en kijk naar het filmpje

Na het beantwoord de vragen op het papier! 

Wat was het thema van het filmpje?

1. Hoe oud slangen kunnen worden.
2. Wat slangen vreten.
3. Hoe slangen hun prooi doden

Hoe lang was Leonie?

1. 8 m
2. 2,50 m
3. 7 m
4. 4,50

Kan een netpython een mens verslinden?

1. Nee
2. Ja, als zij 8-9 m lang zijn
3. Ja

Het prooidier wordt verslonden

1. meteen
2. als het niet meer ademt

Hoe vaak wordt de slang gevoerd?

1. dagelijks
2. eens per week
3. eens per maand
4. alle 10-14 dagen

Slangen kunnen prooidieren inslikken als deze

1. even breed als hun muil zijn
2. tot dubbel zo groot als hun hoofd zijn
3. vier keer zo groot als hun hoofd zijn

De vertering van een rat duurt bij 30 graden in het terrarium

1. 5 uur
2. 3-4 dagen
3. 1 week
4. 1 dag

Zenuwgif van gifslangen zorgt ervoor

1. dat het hart meteen stopt het slagen
2. dat het prooidier onbeweeglijk wordt en stuk voor stuk de organen stoppen te werken

Het gif van de bamboe-adder veranderd bloed in

1. een dunne straal rood water
2. een bloedpropje welke lijkt op vanillepudding

Vertaal de rode woorden (die roten Wörter) mbv het woordenboek.  -   Welches Tier siehst Du? 

• Ich sehe eine slang (v).
• Die slang ist gestreept als ein kous (m).
• Die slang ist ongevaarlijk.
• Die slang ist ein koudbloedig Tier (o), das seine temperatuur (v) nicht auf 37 Grad halten kann.

Vertaal de rode woorden (die roten Wörter) mbv het woordenboek.  -   Welches Tier siehst Du? 

• Ich sehe eine Schlange (v).
• Die Schlange ist gestreift wie ein Strumpf (m).
• Die Schlange ist ungefährlich.
• Die Schlange ist ein kaltblütiges Tier (o), das seine Temperatur (v) nicht auf 37 Grad halten kann.

grammatica Nederlands

Het is de bruine kat.

Het is een bruine kat.

MAAR

Het is het bruine konijn.

Het is een bruin konijn(o).

grammatica Duits

• Das ist die braune Katze(v).
• Das ist eine braune Katze(v).
• Das ist der braune Hund(m).
• Das ist ein brauner Hund(m).
• Das ist das braune Kaninchen(o).
  
• Das ist ein braunes Kaninchen(o).

Korte ontspanning

Je blijft op je plaats zitten.

Je mag op je laptop.  

Het geluid staat uit.

Je praat alleen met je buurman/vrouw heel zachtjes.

AAN DE SLAG 1

Werk met je buurman/buurvrouw samen

1. Open je Textarbeitsbuch 3, blz. 10 - Lees het blauwe kader

Neem werkblad 5 - Vul het schema in de tabel in.

2. Maak Aufgabe (opdracht) 2b, 2c

3. Maak ook blz. 15 Aufgabe 10a, 10b

Hulp nodig? - Steek je vinger op! 

.

stil

Wij vergelijken - wir vergleichen

herhaling: ezelsbruggetje = IDEWIS

persoonlijke voornaamwoorden:

• ich
• du
• er/sie/es
• wir
• ihr
• sie/SIE

ik

jij/u

hij/zij/het

wij

jullie

zij

• I
• D
• E
• W
• I
• S

IDEWIS + Feesttenten - Regel

STAMM + UITGANG (en deze is helemaal regelmatig!)

Wat is de stam van: 

machen -

leben -

schwimmen - 

lächeln - 

• mach
• leb
• schwimm
• lächel

Slay

"feesttenten - regel" = Ezelsbruggetje om de juiste uitgang te onthouden

Terugblik - hebben wij dit bereikt?

Nieuwe woordenlijst: Bewaar deze goed in je snelhechter, je hebt hem bij de schrijfopdrachten nodig.

Je weet het thema voor de volgende weken.

Je kent (nog) "IDEWIS" en "FEESTTENTEN"