2v - leestekens

Welkom 2hv
Pak je boek op blz. 178
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom 2hv
Pak je boek op blz. 178

Slide 1 - Slide

Deze les: leestekens
- de punt
- het vraagteken
- het uitroepteken
- de komma

Slide 2 - Slide

De punt
- aan het einde van een zin
- na of in sommige afkortingen
  • het aantal punten in een afkorting is gelijk aan het aantal afgekorte woorden. Dus: b.g.g. (bij geen gehoord) en nl. (namelijk)

Slide 3 - Slide

De punt (2)
Je schrijft geen punten bij:
  • een afkorting die je letter voor letter(spellend) uitspreekt: ANWB, NS, dvd
  • een afkorting die je als gewoon woord uitspreekt: havo, pin, vip
  • een titel of tussenkopje
  • in adressen

Slide 4 - Slide

Het vraagteken
  • Je zet een vraagteken achter een vragende zin
  • Let op: alleen als het een citaat is (letterlijke weergave). Als een vraag niet letterlijk wordt weergegeven, dan gewoon een punt.
  • Voorbeeld: Lisa vroeg: 'Ga je mee naar de winkel?
  • Lisa vroeg of ik mee ging naar de winkel. 

Slide 5 - Slide

Het uitroepteken
Je zet een uitroepteken als je ergens extra nadruk op wilt leggen:
  • een uitroep: Au!
  • een bevel: Ga weg!
  • een waarschuwing: Pas op!

Slide 6 - Slide

De komma
Je schrijft een komma:
  • Tussen twee persoonsvormen: 'Als je morgen komt, neem je dan je laptop mee?
  • In een opsomming (behalve voor en + of):
'Hij at een appel, twee boterhammen en een zak chips.'
'Voor haar verjaardag wil ze een fiets, een laptop of een nieuwe tas.'

Slide 7 - Slide

De komma (2)
Je schrijft een komma:
  • voor verbindingswoorden tussen twee zinnen: bijv.  maar, want en als: Ik wil hardlopen, maar het regent.
  • tussen twee bijv. naamwoorden: hij heeft een warme, blauwe trui.

Slide 8 - Slide

De komma (3)
Je schrijft een komma:
  • voor of na woorden waarmee je de aandacht trekt:
'Hé, waar ga je naar toe?'
'Wil je nog wat drinken, Mirjam?'
  • voor en na een bijstelling: Mijn neefje, Hans de Jong, gaat 3 keer per week naar de sportschool. 

Slide 9 - Slide

Huiswerk voor maandag
Maken opdracht 117+118 in google Forms.
Ga naar Som voor de links. 

Slide 10 - Slide