250327 Grammatica §10 + thema B §3 deel 2

Welkom H2a!
Deze spullen heb ik nodig:

  • Leesboek
  • iPad
  • etui
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom H2a!
Deze spullen heb ik nodig:

  • Leesboek
  • iPad
  • etui

Slide 1 - Slide

Planning
  1. Lezen (10 min)
  2. Twee zinnen om mee te oefenen (10 min)
  3. Uitleg voegwoorden + oefenen (30 min)
  4. Thema B > §3: podcasts luisteren (20 min)
timer
10:00

Slide 2 - Slide

2 vragen om zelf mee te oefenen:
  1. Geef aan of onderstaande zin een samengestelde zin is. Zo ja, benoem HZ/BZ.
    Als jij vandaag de laatste spullen opruimt dan kunnen we morgen naar de Efteling.

  2. Ontleed de volgende zin. Benoem:
    pv =
    alle werkwoorden =
    ow =
    wg / ng =

    Bij sommige docenten mag je wel altijd je jas aanhouden in de les.
timer
4:00

Slide 3 - Slide

Planning
  1. Lezen (10 min)
  2. Twee zinnen om mee te oefenen (10 min)
  3. Uitleg voegwoorden + oefenen (30 min)
  4. Thema B > §3: podcasts luisteren (20 min)

Slide 4 - Slide

Dit kan ik al:
Zinsdelen

  • persoonsvorm
  • onderwerp
  • gezegde: wg / ng
  • lijdend voorwerp
  • meewerkend voorwerp
  • bijwoordelijk bepaling

  • bijvoeglijk bepaling
  • verschil hoofdzin en bijzin


Woordsoorten

  • lidwoord
  • zelfstandig naamwoord
  • bijvoeglijk naamwoord
  • werkwoord (hww / zww / kww)
  • voorzetsel
  • bijwoord
  • voornaamwoorden: persoonlijk, bezittelijk, vragend, aanwijzend


Slide 5 - Slide

Leerdoel:

Ik kan onderschikkende en nevenschikkende voegwoorden herkennen.

Slide 6 - Slide

Voegwoorden
Denk even 30 seconden na: 
  1. Welke voegwoorden zie je?
  2. Wat is hoofdzin en wat is bijzin?

 
De docent roept de leerlingen en de leerlingen stoppen met praten.

Terwijl mijn vader een broodje smeerde, luisterde mijn moeder naar muziek.
timer
0:30

Slide 7 - Slide

Voegwoorden

Hoofdzin + hoofdzin = nevenschikkend voegwoord

Hoofdzin + bijzin = onderschikkend voegwoord

 

Slide 8 - Slide

Nevenschikkende voegwoorden

Patat en poffertjes

Een leuke tafel of een ronde tafel

Ik wil graag poffertjes, dus ik ga ze bakken.



 

Slide 9 - Slide

Een oefenvraag
Benoem de voegwoorden: onderschikkend of nevenschikkend

  1. Wij lopen morgen de marathon, maar hebben eigenlijk niet genoeg getraind.

  2. Op de tafel staan alle bloemen en planten, terwijl ik de vloer dweil.
timer
3:00

Slide 10 - Slide

Oefenen
Maak online van cursus 5 - §10:

Ik vind dit lastig: opdracht 1 t/m 5

Ik denk dat ik het begrijp: opdracht 2 t/m 5

Hoe: Alleen
Wat: iPad
Klaar: Oefen verder via www.cambiumned.nl > woordsoorten > voegwoorden

timer
10:00

Slide 11 - Slide

Planning
  1. Lezen (10 min)
  2. Twee zinnen om mee te oefenen (10 min)
  3. Uitleg voegwoorden + oefenen (30 min)
  4. Thema B > §3: podcasts luisteren (20 min)

Slide 12 - Slide

Thema B > mysteries
We luisteren naar een podcast. Beantwoord tijdens het luisteren de volgende vragen:
  1. De verteller neemt je mee naar een verhaal in zijn jeugd. Dat kun je horen aan zijn taalgebruik. Noem drie voorbeelden. 
  2. Wat is de relatie tussen de verteller en het onderwerp?
  3. Wat gebeurt er in de podcast als de verteller over het getal 8 begint?
  4. Welk effect heeft dat? (zie vraag 2)
  5. Waarom begint Simon pas 15 jaar na de brand met zijn zoektocht?

Maak nu online van Thema B (mysterie) > §3 podcasts > opdracht 4.
Je hebt nu naar twee verschillende podcastfragmenten geluisterd. Wat heb je hiervan geleerd voor het maken van je eigen podcast? 

Slide 13 - Slide