Bloedgroepen SO

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Bloedgroepen SO

Voordat je bij iemand een bloedgroepenbepaling doet, moet je eerst:

Karel wil zijn bloedgroep weten. Bij een bloedgroepentest is er alleen klontering bij anti-B.
En niet bij resusantistof. Wat is Karel zijn bloedgroep?

1. B+
2. B-
3. A+
4. A-

Anja heeft bloedgroep A.

Welke antistoffen tegen bloedgroepantigenen heeft Anja in haar bloed?

1. alleen anti-A
2. alleen anti-B
3. alleen anti-A en anti-B

Katja heeft bloedgroep O, welke antistoffen tegen bloedgroepantigenen heeft Anja in haar bloed?

1. alleen anti B
2. alleen anti-A
3. anti B en anti A
4. geen antistoffen

Het plasma van Bloedgroep B bevat

1. Antigenen A
2. Antigenen B
3. Antistoffen A
4. Geen antistoffen

Bloedgroep B kan niet ontvangen van

1. A en B
2. A
3. A en 0
4. A en AB

Als je bloedgroep A geeft aan iemand met bloedgroep B dan:

1. Treedt er geen specifieke immuunreactie op
2. Gaat het bloedplasma stollen
3. Gaan de bloedcellen "klonteren"
4. Valt de persoon met bloedgroep B flauw

Ik was op de hoogte van deze 'onverwachte' SO

1. Ja
2. Nee

Dit ga ik doen voor de toets biologie in de actieweek

Dit vind ik nog moeilijk voor de toets van biologie in de actieweek: