Hoe je een werkwoord moet vervoegen is afhankelijk van het persoonlijk voornaamwoord. Nederlandse persoonlijk voornaamwoorden zijn: ik, jij, hij/zij/het, wij, jullie, zij en u.
In het Duits zijn het: ich, du, er/sie/es, wir, ihr, sie en Sie.
Je kunt ze onthouden door het ezelsbruggetje: IDEWIS
>> zie volgende sheet