- kan ik hoofdletters en leestekens gebruiken in een zin.
timer
10:00
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Lesplanning
* lezen in je leesboek
* kennis ophalen (theorie C7)
* theorie
* huiswerk
Lesdoel
Aan het einde
van de les:
- kan ik hoofdletters en leestekens gebruiken in een zin.
timer
10:00
Slide 1 - Slide
Wat is het verschil?
- ‘Wacht, niet doorrijden!’
- Wacht niet, doorrijden!
Schrijf in je schrift wat het verschil is. Daarna bespreken we dit samen.
timer
1:00
Slide 2 - Slide
Huiswerk
Spelling §1 hoofdletters en leestekens
opdracht 1 en 2 online
Hoe vond je het om je huiswerk op de laptop te maken? Was dat makkelijker of moeilijker dan in je schrift?
Is het niet gelukt om dit online te maken, dan leg je nu je schrift op je tafel en kom ik langs.
Slide 3 - Slide
Keuze
Had je bij het huiswerk meer dan 80% goed bij opdracht 1 + 2? Kies:
1. Zelfstandig verder werken met de opdrachten van deze paragraaf op je laptop. Je hebt dan in ieder geval tot en met opdracht 6 gemaakt.
2. Maak de LessonUp, de link staat in Teams.
Minder dan 80% goed?
Dan luister je naar de klassikale uitleg en opdrachten.
Slide 4 - Slide
Hoofdletters
Je schrijft een hoofdletter:
aan het begin van een zin.
bij woorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid.
bij namen.
officiële feestdagen
Let op; tussenvoegsels (de, van de, etc.) schrijf je zonder hoofdletter als iemands voornaam of voorletter ervoor staat. Maar je schrijft het eerste tussenvoegsel met hoofdletter als er geen voornaam of voorletter staat.
Slide 5 - Slide
Leestekens
Aan het einde van een zin gebruik je een punt, een vraagteken of een uitroepteken.
Zondag vind ik een leuke dag.
Vind jij zondag ook zo'n leuke dag?
Ja! De allerleukste dag zelfs.
Slide 6 - Slide
Komma; hierdoor is een zin beter leesbaar
Je gebruikt een komma:
tussen twee persoonsvormen (pv)
Als jij naar school fietst, ga ik met de auto.
voor verbindingswoorden als 'maar', 'omdat', 'want' etc.,
(maar in het algemeen geen komma voor 'en' en 'of'.)
Ik vind jou leuk, omdat jij zo grappig bent.
tussen de delen van een opsomming (maar niet voor 'en' en 'of')
Op school heb je Nederlands, geschiedenis en biologie op dezelfde dag.
tussen een naam of uitroep en de rest van een zin
Leo, niet zo hard met de deuren slaan!
Slide 7 - Slide
Huiswerk
Vrij 11-10
Cursus spelling §2 (online Nieuw Nederlands)
lz theorie + m. opdr. 1
Vrijdag 18-10:
Leesautobiografie af vóór de les
Inleveren leesautobiografie tijdens de les
Slide 8 - Slide
Wat heb je deze les geleerd?
Slide 9 - Open question
Ik kan de hoofdletters en leestekens in een zin gebruiken. 0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel