Zinsdelen + voorzetselvoorwerp

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Doorgeven

• Zoek op:  
  

1. persoonsvorm
   
2. onderwerp
3. ww gezegde
4. lijdend voorwerp

Persoonsvorm

De persoonsvorm vind je door het volgende te doen:

1. Verander de tijd in de zin (tegenwoordig of verleden). Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
2. Verander de personen in de zin (enkelvoud of meervoud). Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
3. Bij een enkelvoudige zin (zin met maar 1 persoonsvorm), kun je ook een vraagzin maken. De persoonsvorm komt dan voorop te staan  

Het onderwerp vind je door te vragen:

wie of wat + persoonsvorm

dus je zoekt eerst de persoonsvorm en dan pas het onderwerp

Het werkwoordelijk gezegde

Alle werkwoorden in de zin.

Ook de persoonsvorm hoort bij het werkwoordelijk gezegde.

Voorbeeld: Ik ben naar huis gelopen. 

Meewerkend voorwerp

Zinsdeelproef

1. Bepaal de persoonsvorm.
2. Zet een streep onder de persoonsvorm.
3. Kijk welke zinsdelen voor de persoonsvorm kunnen staan.
4. Zet zinsdeelstrepen.
5. Bepaal hoeveel zinsdelen in de zin staan. 

Lijdend Voorwerp

• Wie / wat + gezegde+ onderwerp
• Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp!
• Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel!

 1. Welke uitspraak is waar?

A Bij een voorzetselvoorwerp wordt het voorzetsel 

letterlijk gebruikt.

B Een voorzetselvoorwerp geeft antwoord op vragen als waar, wanneer, hoe, waarom, welke en wat voor.

C Een voorzetselvoorwerp komt alleen voor bij werkwoorden met een vast voorzetsel

2 Van moord met voorbedachten rade heeft de jury de verdachte ondanks de vele aanwijzingen vrijgesproken.

 

ow = […]

wg. = […]

3 Bij aardrijkskunde moesten we deze week een verslag over het ontstaan van tsunami’s schrijven.

ow = […]

wg. = […]

5 Welke zin bevat een voorzetselvoorwerp?

A Bewoners uit Hoofddorp klagen over geluidsoverlast van laagvliegende vliegtuigen.

B Elke ochtend selecteert de redactie van Metro de meest opmerkelijke nieuwtjes.

C Mijn oma had haar gouden sieraden in de kluis gelegd.

D Slechts vier op de tien jonge kinderen eet voldoende groente en fruit.

Noteer het voorzetselvoorwerp (vv).

6 De nieuwe directeur zal ongetwijfeld veel waarde hechten aan uw inzet voor het bedrijf.

vv […]

7 In de uitslag van het schaaktoernooi hadden veel deelnemers zich vergist.

vv […]

8 Waarom zouden pubermeisjes toch dwepen met die zelfingenomen acteur?

vv […]

5 Welke zin bevat een voorzetselvoorwerp?

A Bewoners uit Hoofddorp klagen over geluidsoverlast van laagvliegende vliegtuigen.

B Elke ochtend selecteert de redactie van Metro de meest opmerkelijke nieuwtjes.

C Mijn oma had haar gouden sieraden in de kluis gelegd.

D Slechts vier op de tien jonge kinderen eet voldoende groente en fruit.

9 Deze man heeft zijn zoons vermoedelijk herhaaldelijk aangezet tot geweldpleging.

pv = […]

ow = […]

wg = […]

lv = […]

mv = […]

vv = […]

bwb = […]  

bwb = […]