Grammatica zinsdelen

Je kunt een zin in stukken knippen.
Groepjes woorden horen soms bij elkaar.
Zinsdelen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Je kunt een zin in stukken knippen.
Groepjes woorden horen soms bij elkaar.
Zinsdelen

Slide 1 - Slide

Wat is het WWG in de zin:
De hond heeft in de mand geslapen.
A
de hond
B
geslapen
C
heeft
D
heeft geslapen

Slide 2 - Quiz

Wat weet je over zinsdelen ?

Slide 3 - Mind map

Welke zinsdelen ken je al?

Slide 4 - Open question

Uitleg
HB blz 147 

Slide 5 - Slide

Maak zoveel mogelijk goede zinnen
met de woorden die in je envelop zitten.

Maak een foto van die zinnen stuur ze naar het digibord!

Slide 6 - Open question

Maak een zo lang mogelijke en goede zin
met de woorden die in je envelop zitten.

Maak een foto van de zin stuur ze naar het digibord!

Slide 7 - Open question

Een zinsdeel bestaat altijd uit één woord ?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

Hoe vind je zinsdelen?

Slide 9 - Open question

Hoeveel zinsdelen ?

Thuis heeft iedereen een eigen computer.
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 10 - Quiz

Hoeveel zinsdelen ?

Martin maakte een PowerPoint-presentatie.
A
1
B
3
C
2
D
4

Slide 11 - Quiz

Hoeveel zinsdelen ?

Gisteren liep de hond in het park.
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 12 - Quiz

Hoeveel zinsdelen ?

Achmed wil graag een zoen geven aan Amira.
A
3
B
5
C
4
D
6

Slide 13 - Quiz

Vind je dat je nu zinsdelen goed kan vinden in een zin ?
A
ja
B
nee
C
mwah

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Link

Slide 16 - Link

Slide 17 - Link