Dagbesteding les 3

Dagbesteding
les 3
1 / 20
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Dagbesteding
les 3

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Dagbesteding

Leerdoelen:

- De student weet wat structuur is en hoe dit toegepast kan worden in de praktijk.
- De student kent de 3 stappen betreft het geven van instructies

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

les agenda 
  • Herhalen theorie vorige lessen in spelvorm. 
  • Behandelen nieuwe theorie 
  • Vragen


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Dagbesteding

Spel in Powerpoint

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

timer
1:00
Wat is volgens jou structuur?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Structuur
Structuur = een ordening van de dingen in de wereld om je heen, een patroon. De manier waarop dingen steeds gebeuren. 

Structureren = is het programma zo duidelijk maken dat de cliënt er zelf wat mee kan doen, het zelf ook kan eigen maken. 




Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hoe kun je volgens jou structuur bieden als begeleider binnen dagbesteding?
timer
1:30

Slide 7 - Open question

Veilige leefruimte, geen chaos, vaste dagindeling, vaste begeleiders (op dagen), vaste regels, vaste gewoonten, niet teveel regels, consequent zijn in het hanteren van grenzen, communiceren etc., 
Structureren in de leefomgeving
--> aan de ruimte en de organisatie van de dagbesteding. 

  • Ruimtelijke structuur: o.a.biedt een rust plek aan, spullen op vaste plek, wat afleidt verwijderen.

  • Sociale structuur: o.a. welke regels zijn er,geef positieve consequenties bij goed gedrag, maak regels visueel, niet teveel. 
  • Tijdstructuur: o.a.  zorg voor een dagorde, geef het vorm met picto's, gebruik een time-timer

  • Materiële structuur: o.a. kies de juiste materialen, controleer ze op veiligheid/aantrekkelijkheid, markeer het materiaal met kleuren, leg uit waarvoor het bedoeld is. 


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Structuur tijdens de dagbesteding
--> tijdens de activiteit

  • Programmastructuur:  o.a.  mogelijkheden en wensen inventariseren, kort en bondig bespreken, veranderingen doorgeven. 
  • De structuur in bijzondere situaties: welke situaties kunnen gevaarlijk zijn, hoe deze te voorkomen? 
  • De spelstructuur: o.a. kijk wat iemand aankan en jouw rol hierbij.
  • De tafelstructuur: o.a. duidelijk begin en einde, hoeveelheid voorwerpen om zich heen.
  • Taakstructuur: o.a. duidelijkheid, korte opdrachten
  • Taalstructuur: o.a. taalgebruik, verbaal en non-verbaal 
  • Fysieke structuur: o.a. niet in discussie gaan bij een conflict, time-out aanbieden. 


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Filmje over dagbesteding bij mensen met NAH
Bekijk de film en beantwoord de volgende vragen: 

Welke activiteiten worden bij deze dagbesteding onder andere aangeboden?
Wat is het doel van deze dagbesteding?
Wat zijn de toekomstplannen van deze dagbesteding?





Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Antwoorden: 
Welke activiteiten worden bij deze dagbesteding onder andere aangeboden?

sporten (Fit en Vitaal), muziek (RGM), koken.

Wat is het doel van deze dagbesteding?
dat mensen zo zelfstandig mogelijk dingen kunnen doen en dat ieder dat op zijn eigen niveau kan doen.

Wat zijn de toekomstplannen van deze dagbesteding?
meer op locatie gaan werken, meer met de samenleving gaan doen




Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Het is belangrijk om je te kunnen inleven in de cliënt, noem twee oorzaken waardoor dit lastig kan zijn

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Inleiding instructie geven
  • Vat samen waar de nieuwe kennis over gaat
  • Peil de voorkennis van de cliënt 
  • Als er geen voorkennis is, geef je uitleg door bijv. voorbeelden te geven


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Opbouw van de instructie
  • Geef aan wat het doel van de activiteit is
  • Geef informatie in kleine stappen
  • Geef concrete voorbeelden
  • Sluit in taalgebruik aan bij de cliënt
  • Controleer of de cliënt je begrijpt (laat de cliënt samenvatten wat je hebt vertelt)
  • Blijf bij de kern van wat je wilt vertellen
  • Vat tussendoor en aan het eind de hoofdlijnen van de instructie samen


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Waarom is het belangrijk dat de instructie in kleine stukjes wordt gegeven?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Stappen van instructie
Beginsituatie wat weet de cliënt?
Doelstelling waar wil je naar toe?
Kerninstructie wat vertel ik, wat laat ik de cliënt zelf uitzoeken?
Voordoen, samen doen, nadoen werk in kleine stappen
Instructiemateriaal heb je een stappenplan of oefenmateriaal nodig? 
Evaluatie heb jij je doel bereikt? 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Zet de juiste tekst bij elkaar
Beginsituatie
Doelstelling
Kerninstructie
Voordoen, samen doen, nadoen
Instructiemateriaal
Evaluatie
Wat weet de cliënt?
Waar wil je naar toe?
Heb je een stappenplan of oefenmateriaal nodig?
Heb jij je doel bereikt? 
Wat vertel ik, wat laat ik de cliënt zelf uitzoeken?
Werk ik kleine stappen

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Zelf instructie geven 
De groep wordt in twee gesplitst. De ene helft gaat mee naar buiten en de andere helft blijft binnen. 

Instructeurs: Heb jij je doel bereikt? Wat viel op? Hoe heb je het aangepakt? Wat ging goed tijdens de instructie, wat doe je de volgende keer anders?




timer
20:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie
Hoe verliep jullie instructie?
Wat ging er goed? 
Wat was nog niet duidelijk? 
Wat kan de volgende keer anders? 

Tips en tops voor je medestudent
timer
20:00

Slide 20 - Slide

This item has no instructions