Je gebruikt het koppelteken:
• bij aardrijkskundige namen, of woorden die daarvan afgeleid zijn: Noord-Italië, Zeeuws-Vlaanderen, Zuid-Hollander, Nieuw-Zeelandse
• in samenstelling met een naam: kabinet-Rutte
• in woorden met de voorvoegsels adjunct-, aspirant-, bijna-, ex-, interim-, kandidaat-, leerling-, niet-, non-, oud-: adjunct-directeur, bijna-botsing, ex-vrouw, niet-bestaand, non-stop, oud-leraar
en voor een hoofdletter bij de voorvoegsels anti-, oer-, on- en pro-: anti-Frans, oer-Hollands, on-Engels, pro-Russisch
• in samenstellingen van twee gelijkwaardige woorden (de delen zijn omwisselbaar): singer-songwriter, whisky-soda, zwart-wit