2.8 spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

2.8 spelling

Herhaling 2.7

Grammatica

Samengestelde zinnen

Voegwoorden

Zin met 1 PV

1. Enkelvoudige zin
2. Samengestelde zin

a Ik ga naar huis, want ik moet huiswerk maken.

1. Enkelvoudige zin
2. Samengestelde zin

Wij hebben gisteren een nieuwe computer gekocht.

1. Enkelvoudige zin
2. Samengestelde zin

Leerdoel

Je weet hoe je leestekens en hoofdletters gebruikt.

Je weet hoe je de werkwoordspelling toepast.

Leestekens

- Punt, uitroepteken en vraagteken --> staan aan het eind van de zin.

- Komma staat in een zin

Tussen twee persoonsvormen

Toen we thuiskwamen, rende ik direct naar boven

Tussen twee of meer bijvoeglijk naamwoorden

De aardige, sociale jongen

In een opsomming

Ik eet met mes, vork en lepel

Na een aanhef en afsluiting in een zakelijke brief.

Geachte meneer/mevrouw,

Met vriendelijke groet,

Aanhalingstekens gebruiken we als we citeren.

Het citaat begint altijd na een dubbele punt.

Bijvoorbeeld:

Hij zei: "Ik maak altijd mijn huiswerk."

Hoofdletters

Aan het begin van een zin.

Let op: ‘s Morgens, ‘t Regent
                 114 personen

Bij namen (personen, plaatsnamen, aardrijkskundige namen, namen van organisaties)

Let op: T. van der Burg, Mevrouw Van der Burg

Maken 

2.8 opdracht 2, 3, 4 (5,6,7)


Klaar?

- Oefen met versterk jezelf
leestekens, hoofdletters, werkwoordspelling