Les 6 donderdag 19 september

Les 6 donderdag 19 september
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Les 6 donderdag 19 september

Slide 1 - Slide

Programma
- Lezen
10 min
- Formatieve check 'leesdoelen en leesmanieren'
10 min
- Huiswerk bespreken 
10 min
- Woordenschat
25 min
-Oefenen
20 min
-Afsluiting
5 min

Slide 2 - Slide

Lezen
Je pakt je sprookjesbundel voor je, we beginnen met klassikaal lezen!





Slide 3 - Slide

De gelaarsde kat

Slide 4 - Slide

Formatieve check
Klik op de onderstaande link om de check te maken:


Als je klaar bent kan je de check inleveren. 

Slide 5 - Slide

Hoeveel punten heb je behaald bij deze check?
05

Slide 6 - Poll

Ik kan mijzelf verbeteren door het volgende te doen:
Ik leer/oefen nog een keer welke leesdoelen er zijn. 
Ik leer/oefen nog een keer welke leesmanier ik kan toepassen. 
Ik leer/oefen nog een keer hoe ik kan uitleggen welke leesmanier ik gebruik .

Slide 7 - Drag question

Bespreken opdrachten 
Hoofdstuk 1 paragraaf 3 > Leesdoelen en leesmanieren

Bladzijde 16 en 17
Opdracht 2 t/m 7

Bladzijde 18 en 19
Opdracht 9 en opdracht 11

Antwoorden komen in Classroom!

Slide 8 - Slide

Woordenschat oefenen

Slide 9 - Slide

Wat betekent: analfabeet?
A
ongeletterde
B
geletterde
C
iemand die niet bekend is met het alfabet
D
iemand die niet kan schrijven en lezen, heeft dit nooit geleerd

Slide 10 - Quiz

Dyslexie is een .....
A
Leerachterstand
B
Leerstoornis
C
Probleem met het IQ
D
Gedragsprobleem

Slide 11 - Quiz

Wat is de betekenis van failliet?
A
bankroet
B
eigendom
C
narcose
D
alert

Slide 12 - Quiz

Wat betekent het woord 'kliniek' uit de tekst?
A
een dokter voor mensen met een ziekte van het innerlijke
B
ziekenhuis
C
eigenschappen
D
iemand die mensen die ziek zijn behandelt (met therapie)

Slide 13 - Quiz

Wat wordt bedoeld met laaggeletterdheid?
A
Weinig lezen
B
Moeite hebben met lezen, schrijven en/of rekenen
C
Niet kunnen lezen
D
Geen opleiding hebben

Slide 14 - Quiz

Wat is een trefwoord?
A
een belangrijk wood
B
een woord dat niet bestaat
C
een woord dat door jongeren wordt gebruikt
D
een woord waarmee je informatie opzoekt

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je kent de betekenis van de woorden uit de paragrafen 1 t/m 4
  • Je kan een gegeven betekenis aan een woord koppelen
  • Je kan zelf de betekenis van een woord of woordgroep afleiden of een woord in een zin invullen
  • Je kan zelf nieuwe zinnen maken met de woorden uit de paragrafen 1 t/m 4

Slide 21 - Slide

Oefeningen
Ga aan de slag met de volgende oefeningen:

Hoofdstuk 1 paragraaf 3 > Leesdoelen en leesmanieren
Bladzijde 18 en 19
Opdracht 10 en 12.

Cursus Spelling en Grammatica > Woordenschat 1 - 4
Bladzijde 126 en 127
Opdracht 1 t/m 9





Slide 22 - Slide

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Je kent de betekenis van de woorden uit de paragrafen 1 t/m 4
Je kan zelf de betekenis van een woord of woordgroep afleiden of een woord in een zin invullen
Je kan zelf nieuwe zinnen maken met de woorden uit de paragrafen 1 t/m 4
Je kan een gegeven betekenis aan een woord koppelen

Slide 23 - Drag question