Week 5: 14.4, 14.6 Groeifactoren en groeicurven

Bespreken
H14 Opdracht 1 t/m 6a en 6c 
Opdracht macro/micronutriënten
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMBOStudiejaar 3,4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Bespreken
H14 Opdracht 1 t/m 6a en 6c 
Opdracht macro/micronutriënten

Slide 1 - Slide

§14.4 Groeifactoren
Welke omstandigheden zorgen voor                          o                  optimale groei?

Slide 2 - Slide

Psychofiel
Optimumtemperatuur 0-15 °C
Mesofiel
Optimumtemperatuur 20 - 37 °C
Thermofiel
Optimumtemperatuur 55 - 65 °C
Extreem thermofiel
Optimumtemperatuur ongeveer 100 °C
Niet in figuur aangegeven

Slide 3 - Slide

Temperatuur
Minimumtemperatuur
Hieronder is groei van organisme niet mogelijk
Optimumtemperatuur
Bij deze temperatuur groeit het micro-organisme het snelst
Maximumtemperatuur
Hierboven is groei niet mogelijk

Slide 4 - Slide

Zuurgraad (pH)
Minimum-, maximum-, en optimum pH
Meestal ligt het optimum bij pH 7 maar kan erg verschillen per organisme
  • Acidofielen (laag pH-optimum)
  • Basofielen (hoog pH-optimum)

Vaak zijn                         nodig in voedingsmedia



Stof die de pH constant houdt
buffers

Slide 5 - Slide

Zuurstofspanning
  1. Obligaat aeroob= groeit alleen in aanwezigheid van zuurstof
  2. Obligaat anaeroob= groeit alleen zonder zuurstof
  3. Facultatief anaeroob= groeit zowel met als zonder zuurstof
  4. Micro-aerofiel= beste groei bij een lage zuurstofspanning

Slide 6 - Slide

Obligaat aeroob
Obligaat anaeroob
Facultatief aeroob
Micro-aerofiel

Slide 7 - Drag question

Osmotische waarde
De concentratie opgeloste stoffen in de cel en de omgeving bepaalt de waterverplaatsing. Laag==> hoog
  • In isotoon milieu is de waterverplaatsing gelijk.
  • In hypertoon milieu gaat water de cel uit. De concentratie buiten de cel is hoger.
  • In hypotoon milieu gaat water de cel in. De concentratie in de cel is hoger.

Slide 8 - Slide

Isotoon milieu
Hypotoon milieu
Hypertoon milieu

Slide 9 - Drag question

Invloed van osmotische waarde
Hypotoon milieu                  Isotoon milieu               Hypertoon milieu

Slide 10 - Slide

Hoe noem je de temperatuur waarbij een micro-organisme het snelst groeit?
A
minimumtemperatuur
B
maximumtemperatuur
C
optimumtemperatuur

Slide 11 - Quiz

Bij welke pH groeien acidofielen het liefst?
A
pH<7
B
pH>7

Slide 12 - Quiz

Hoe noem je de groei van een bacterie onder optimale omstandigheden?
A
Optimumgroei
B
Exponentiële groei
C
Maximum groei

Slide 13 - Quiz

Welke groeifactor wordt geremd bij sterk gezouten voedingsmiddelen?
A
Temperatuur
B
pH
C
Zuurstofspanning
D
Osmotische waarde

Slide 14 - Quiz

Opdracht
Lezen §14.4 t/m §14.4.4
Maken opdracht 8a, 8c, 9 en 10

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

§14.6 Groeicurven in vloeibare media

Bespreken opdracht 8a, 8c, 9 en 10
Groeifasen in bouillons

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Groeifasen in bouillons
Lagfase
Aanloopfase, de bacteriën voelen zich op hun gemak, maar delen nog niet.
Logfase
Logaritmische fase, de cellen delen exponentiëel. Deze groei neemt af wanneer voedsel schaars wordt. Ook komen nu veel giftige stofwisselingsproducten vrij.
Stationaire fase
Evenwichtsfase,  er gaan evenveel cellen dood als erbij komen. Deze fase duurt voort tot alle voedingsstoffen op zijn.
Afstervingsfase
Het voedsel is op en de cellen sterven af tot ze allemaal dood zijn.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Opdracht
Lezen §14.6
Maken (en bespreken) opdracht 16 en 17

Slide 25 - Slide