BS 5 & 6 - Thema 7 Bloemen, vruchten & zaden -

Bs 5 & 6
VRUCHTEN & ZADEN
1 / 11
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Bs 5 & 6
VRUCHTEN & ZADEN

Slide 1 - Slide

Na de bevruchting veranderen vruchtbeginsels en zaadbeginsels van een bloem. 

Slide 2 - Slide

Uit het vruchtbeginsel ontstaat een vrucht.
   – Peulen, appels, peren, kersen en tomaten zijn voorbeelden van vruchten. 

Slide 3 - Slide

Uit het zaadbeginsel ontstaat een zaad. 
– Pitten en bonen zijn zaden. 
– Zaden hebben aan de buitenkant een zaadhuid. 
– Aan de binnenkant zit een kiem. 

Slide 4 - Slide

Na de bevruchting: 
– wordt het vruchtbeginsel groter en groeit het uit tot een vrucht; 
– vallen de kroonbladeren en meeldraden af; 
– blijft van de bloemkelk en de stijl vaak nog een restje over.

Sperzieboonplanten, 
tuinbonen en 
peultjes 
krijgen langwerpige vruchten. 


Deze vruchten heten peulvruchten of peulen.  

Slide 5 - Slide

Een vrucht kan één zaad of meerdere zaden bevatten.

Slide 6 - Slide

 Zaadverspreiding: zaden vallen ver weg van de ouderplant. 
– Door zaadverspreiding komen zaden overal terecht. 
– Door zaadverspreiding hebben kiemplantjes ruimte om te groeien.

Slide 7 - Slide

Bs 6 
EETBARE VRUCHTEN EN ZADEN

Slide 8 - Slide

Mensen en dieren eten vruchten
– Voorbeelden: appels, bananen en sperziebonen 
BANANEN
SPERZIEBONEN
APPELS

Slide 9 - Slide

Mensen en dieren eten zaden. 
– Voorbeelden: bruine bonen, tarwe en pinda’s. 
– In zaden zit reservevoedsel voor het kiemplantje.

BRUINE BONEN
TARWEKORRELS
PINDA'S

Slide 10 - Slide

aan de slag in lesson-up - via teams

Slide 11 - Slide