Na de bevruchting: – wordt het vruchtbeginsel groter en groeit het uit tot een vrucht;
– vallen de kroonbladeren en meeldraden af;
– blijft van de bloemkelk en de stijl vaak nog een restje over.
Sperzieboonplanten,
tuinbonen en
peultjes
krijgen langwerpige vruchten.
Deze vruchten heten peulvruchten of peulen.