4.1

Leerdoelen
  • definitie, kenmerken en voorbeelden kennen van zure - en basische oplossingen.
  • Hoe meet je de pH?
  • Maken vraag 1 t/m 9
  • Watermonsters nemen zie ppt opdracht
1 / 11
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Leerdoelen
  • definitie, kenmerken en voorbeelden kennen van zure - en basische oplossingen.
  • Hoe meet je de pH?
  • Maken vraag 1 t/m 9
  • Watermonsters nemen zie ppt opdracht

Slide 1 - Slide

pH schaal: Hoe zuur een oplossing is, wordt aangegeven met de zuurgraad: de pH.

Slide 2 - Slide

Hoe zuur een oplossing is, wordt aangegeven met de zuurgraad: de pH.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

pH waarden lichaam

Slide 5 - Slide

Zuur (zure stof)
azijn, citroenzuur, maagzuur, accuzuur, zoutzuur

Slide 6 - Slide

zuren
  • pH < 7 (lager dan 2 = bijtend)
  • Smaken zuur 
  • Sterke zuren kunnen ontkalken + roest verwijderen
  • Zuren staan een H+ (proton) af
  • Zuren reageren met basische stoffen (dat noem je neutraliseren)


Slide 7 - Slide

Basen

  • Voellen vettig/glad aan
  • Een base is een stof wat H+ deeltjes  kan opnemen.
  • bijtend bij een pH hoger dan 13







Slide 8 - Slide

Indicator
  • Stof die van kleur verandert in een zure/basische oplossing.
  • Te gebruiken om de zuurgraad te bepalen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video