What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Klas 3 gymn Montag, den 21. März 2022
Montag, den 21. März 2022
Willkommen
Nachsehen Hausaufgaben
Ziele dieser Unterrichtsstunde
Lesen
Hören
Grammatik starke Verben üben
Hausaufgaben
Zum Schluss
1 / 30
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Montag, den 21. März 2022
Willkommen
Nachsehen Hausaufgaben
Ziele dieser Unterrichtsstunde
Lesen
Hören
Grammatik starke Verben üben
Hausaufgaben
Zum Schluss
Slide 1 - Slide
Nachsehen Hausaufgaben:
Boek: Total verknallt!!
Aufgabe 17.4 Seite 35
Slide 2 - Slide
Ziele Unterichtsstunde
Je kunt Vragen beantwoorden na het lezen van een tekst.
Je kunt oefenen met de grammatica.
Je kunt vragen beantwoorden tijdens het luisteren.
Slide 3 - Slide
Lesen
Aufgabe 17.2 Seiten 32-33 -> ook inleiding
Gezamenlijk lezen: Die Republiek Österreich: das politische System
Aufgabe 6.2 Seiten 51-53 -> ook inleiding
Gezamenlijk lezen: Kunst: Moderne bildende Kunst
Slide 4 - Slide
Hören Seiten 30-31
Aufgabe 16.4
timer
1:00
Slide 5 - Slide
o.v.t en sterke werkwoorden.
Bij welke persoonlijk vnw. krijg je geen uitgang?
Slide 6 - Open question
Er .... (nehmen) ein Eis mit Schokolade.
Juiste vorm.
Slide 7 - Open question
Marie .... (halten) den Takt.
Slide 8 - Open question
..... (geben) du mir mein Geld zurück?
Slide 9 - Open question
gebroken
Vertalen
Slide 10 - Open question
gelopen
Vertalen.
Slide 11 - Open question
aanbevolen
Vertalen.
Slide 12 - Open question
gezwegen
Vertalen.
Slide 13 - Open question
Hausaufgaben:
Lernen:
Grammatik
Kapitel 13
TB Seiten 64-66 (niet verleden tijd!!!)
=> Lijst van veel voorkomende sterke werkwoorden dus helemaal!!!!
Lernen: Grammatik
Kapitel 12 => stencils met de tegenwoordige tijd!!!!
Machen Kapitel 13
Aufgabe 16.1 bron 1 6 + bron 15
-> reageer op de blog van Marius met behulp van de punten
bij Aufgabe 16.1 op een blaadje => inleveren voor de les.
Slide 14 - Slide
Zum Schluss
-> Maandag 21 HW Aufgabe 17.5 Seiten 34-35
Boek A klas 2 => vervoegen zwakke werkwoorden
haben sein werden herhalen!!
Slide 15 - Slide
Freitag, den 25. März
Aufgabe 18.1 Seiten 36-37
Gezamenlijk lezen en maken
Slide 16 - Slide
Vervoegen werkwoorden:
zwakke werkwoorden
werkwoorden met sisklanken
werkwoorden met d/t in stam + 5 extra werkwoorden
werkwoorden van modal en möchten + betekenissen
voltooid deelwoord zwakke werkwoorden: standaardregel + uitzonderingen
sterke werkwoorden
voltooid deelwoord sterke werkwoorden.
timer
1:00
Slide 17 - Slide
Wiederholung Grammatik
Wat kun je vertellen over sterke werkwoorden met
a
in de stam
?
Bij welke
persoonlijke vnw
krijgt de
a
een
Umlaut?
Welke twee sterke werkwoorden krijgen ook een Umlaut?
Wat kun je vertellen over
over de uitgang
van sterke werkwoorden
in
o.v.t.? Bij welke persoonlijke voornaamwoorden?
Waaraan herken je een sterk werkwoord t.a.v. het voltooid deelwoord?
Slide 18 - Slide
Vervoegen sterke werkwoorden o.t.t.:
Bij sterke werkwoorden met een
e
in de stam verandert de stam bij de volgende persoonlijke vnw:
du/er/sie/es/man
-> i of ie
è
uitspraak -> i
ee
uitspraak -> ie
Slide 19 - Slide
Aandachtspunten:
Sterke werkwoorden met e in stam:
gehen, stehen
en
bewegen
->
geen i/ie wissel
geben
-> geen ie =>
i
nehmen
-> bij du/er/sie/es/man:
h
wordt
m
nehmen
-> geen ie =>
i
dus du n
i
mm
st/ er/sie/es/man n
i
mm
t
treten
-> geen ie =>
i
treten
-> bij du er/sie/es/man: uitgang anders dan bij werkwoorden met stam op d of t
du
tritt
st
dus niet => tritest
er/sie/es/man
tri
tt dus niet => tritet
Slide 20 - Slide
Sterke werkwoorden met
a
in stam o.t.t.
Bij sterke werkwoorden met een a in de stam verandert de stam bij de volgende persoonlijke vnw: ->
du/er/sie/es/man
->
ä
Aandachtspunten:
bij
laufen
en
stoßen
geldt dezelfde regels als hierboven
bij du er/sie/es/man: uitgang anders dan bij werkwoorden met stam op
d of t
du
häl
tst
er/sie/es/man
häl
t
Schema d/t + halten
Slide 21 - Slide
Vervoegen sterke werkwoorden o.v.t.
-> sterke werkwoorden in het Nederlands zijn vaak ook sterk in het Duits.
-> lijst veel voorkomende sterke werkwoorden TB Seiten 65-66
-> kolom 4: verleden tijd -> stam
geen uitgang
bij ich/er/sie/es/man
bij
stam op d/t
=> uitgang begint altijd met een e
bij
stam op sisklank
=> bij du is uitgang t
Slide 22 - Slide
Sterke werkwoorden en verleden tijd:
Stam verleden tijd in lijst
kolom 4
Seiten 65-66
Geen uitgang bij: ich + er/sie/es/man
Standaard uitgang zou zijn: e st t en t en -> denk om stam op sisklank en stam op d/t (+ 5 extra werkwoorden)
Slide 23 - Slide
Sterk ww. + voltooid deelwoord TB Seiten 65-66
Voltooid deelwoord sterke werkwoorden:
eindigt op
-en
klinker wijkt regelmatig af van het hele werkwoord (o.t.t.)
Voltooid deelwoord
zwakke
werkwoorden:
ge+stam+t
stam+t (
be
suchen,
ver
sorgen, train
ieren
)
(be-, ver- en -ieren)
ge+stam+
e
t (stam d/t + 5 extra werkwoorden)
Slide 24 - Slide
Voltooid deelwoord sterke werkwoorden:
voltooid deelwoord sterke werkwoorden:
eindigt op
-en
klinker wijkt regelmatig af
van het hele werkwoord
Slide 25 - Slide
Grammatik: Wederkerend vnw.
Wederkerendvnw aandachtspunten:
alleen wederkerend vnw in de zin ->
4e naamval
naast wederkerend vnw ook
lijdend vnw
in de zin -> wederkerend vnw
3e naamval
Lichaamsdelen in zin ->
wederkerend vnw 3e naamval
-> in Nederlands gebruiken we het
bezittelijk vnw ipv wederkerend vnw.
Slide 26 - Slide
Betekenis Modalverben:
dürfen = mogen, toestemming hebben
können = kunnen, in staat zijn tot
mögen = houden van, lusten, aardig vinden
müssen = moeten/noodzaak -> het kan niet anders
Betekenis Modalverben:
sollen = moeten/bevel, wil van een ander
wollen = willen
wissen = weten
möchten = zou graag willen
(möchten andere vorm van mögen)
Slide 27 - Slide
Vervoegen van de Duitse Modalverben:
De Duitse Modalverben verschillen in de tegenwoordige tijd in
twee belangrijke opzichten
van de gebruikelijke vervoeging van Duitse werkwoorden:
de
enkelvoudige
personen (ich, du, er, sie, es) hebben
een klinkerwisseling
ten opzichte van het meervoud. Bv. 'ich kann' en 'wir können'.
de 1ste (ich) en 3de persoon
enkelvoud
(er, sie, es) hebben
géén uitgang.
Bv. 'ich darf' én 'er darf' (dus niet 'darft!').
Slide 28 - Slide
Uitzonderingen bij wissen en sollen
sollen ->
geen
klinkerwisseling bij: ich, du, er, sie, es, man
wissen -> bij ich, du, er, sie, es, man ->
ss wordt
β
Slide 29 - Slide
Möchten
Stam eindigt op een t!!
Ezelsbruggetje: eindigt de stam op een d/t begint de uitgang altijd met een
e
. Deze regel geldt ook voor möchten,
maar.....
Uitzondering op uitgang:
bij er/sie/es/man → niet et →
e
als uitgang
er/sie/es/man möcht
e
(
er/sie/es/man antwort
et)
Slide 30 - Slide
More lessons like this
Klas 3 gymn Freitag, den 4. März 2022
February 2022
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Klas 3 gymn Freitag, den 1. April 2022
March 2022
- Lesson with
29 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Klas 3 gymn Montag, den 4. April 2022
April 2022
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Klas 3 gymn Freitag, den 18. März 2022
March 2022
- Lesson with
33 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Klas 3 gymn Montag, den 14. März 2022
March 2022
- Lesson with
33 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Klas 3 gymn Montag, den 28. Februar 2022
February 2022
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Klas 3 gymn Montag, den 7. März 2022
March 2022
- Lesson with
22 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Klas 3 gymn Montag, den 28. März 2022
March 2022
- Lesson with
30 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3