Gezegde 1kt les 38

Het gezegde
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Het gezegde

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Ik weet wat een gezegde is
  • Ik kan het gezegde herkennen in een zin

Slide 2 - Slide

Voorbeeldzinnen
1. De zon schijnt de hele dag.
2. Jannet heeft kleedgeld van haar ouders gekregen.
3. Deze iPad moet ik morgen teruggeven aan mijn vader.
4. Vanwege het slechte weer wordt de voetbaltraining verplaatst naar morgen.
5. Nazli had het hele weekend op haar paard kunnen rijden.

Slide 3 - Slide

Voorbeeldzinnen
1. De zon schijnt de hele dag.
2. Jannet heeft kleedgeld van haar ouders gekregen.
3. Deze iPad moet ik morgen teruggeven aan mijn vader.
4. Vanwege het slechte weer wordt de voetbaltraining verplaatst naar morgen.
5. Nazli had het hele weekend op haar paard kunnen rijden.

Slide 4 - Slide

Gezegde (GZ)
  • Het gezegde bestaat uit ALLE werkwoorden in een zin.
  • De persoonsvorm hoort dus ALTIJD bij het gezegde.
  • Het gezegde kan bestaan uit één of meerdere werkwoorden.
  • Staat het woordje 'te' voor een werkwoord, dan hoort dat woord bij het gezegde.

Slide 5 - Slide

Wat is het gezegde in de zin:

'Hij heeft dat verhaal geschreven.'

Slide 6 - Open question

Wat is het gezegde in de zin:

'Ik kan heel goed chocoladetaart maken.'

Slide 7 - Open question

Wat is het gezegde in de zin:

'Ik heb de boodschappen nog niet kunnen halen.'

Slide 8 - Open question

Wat is het gezegde in de zin:

De leerlingen van het Dr. Nassau College hebben bijna vakantie.

Slide 9 - Open question

Wat is het gezegde in de zin:

'Jasper belt zijn oma op.'

Slide 10 - Open question

Aan de slag
  • Oefen het gezegde: les 38 in je boek
  • Klaar? Nakijken!

Slide 11 - Slide