Statiek

TOPOGRAFIE​

 
Statiek en dynamiek​

1 / 24
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

TOPOGRAFIE​

 
Statiek en dynamiek​

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 
  • Je kunt uitleggen wat de anatomische houding inhoudt.​
  • Je kunt herkennen wat de belangrijkste lichaamsdoorsneden en   lichaamsvlakken zijn.​
  • Je kunt de meest gebruikte topografische plaats- en  richtingaanduidingen toepassen.​
  • Je kunt uitleggen dat het lichaam in drie grote delen ingedeeld kan  worden.​
  • Je kunt aangeven waar de belangrijkste lichaamsholten en vliezen zich bevinden.​




Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is de globale indeling van ons lichaam?

Slide 3 - Mind map

Het hoofd​
De romp​
De ledematen​
Het hoofd​
  • Het hoofd wordt gekenmerkt door speciale zintuigen en de hersenen enerzijds en door de toegangen tot de buitenwereld anderzijds.​
  • Men kan dit zien aan de bouw van de schede  

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Waaruit bestaat de romp ?
A
Borstkas (Thorax)
B
Middenrif (diafragma)
C
Buikholte (Abdominal cavity)​
D
Alle onderdelen

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Thorax​=borstkas
Tractus digestivus: spijsverteringstelsel​


Tractus respiratorius: ademhalingstelsel​

Tractus circulatorius: bloedvatenstelsel​



Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Abdominal cavity=Buikholte​
Tractus digestivus: spijsverteringstelsel​


Tractus circulatorius: bloedvatenstelsel​

Tractus urogenitalis: urinewegstelsel en deels voortplantingstelsel.​



Slide 8 - Slide

This item has no instructions

De ledematen​

Het bewegingsapparaat

  • Bovenste extremiteiten​
  • Onderste extremiteiten​

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Statiek​
Statische richtingsaanduidingen:​

Deze hebben betrekking op richtingen, zijden en vlakken.​

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Statische aanduidingen​
Proximaal = aan de zijde van of in de richting van de oorsprong.​
Distaal = naar het uiteinde van de extremiteiten toe.
 

Craniaal = aan of naar de kant van de schedel.​
Caudaal = aan of naar de kant van het lichaamseinde

Superior = hoger of boven​/ Inferior = lager of onder​
​Internus = inwendig​ / ​Externus = uitwendig

​.​








Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Dynamische richtingsaanduidingen
Deze hebben betrekking op bewegingsrichtingen.


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Dynamische richtingsaanduidingen
buigbewegingen: na voren = anteflexie
                                       na achteren =retroflexie  
strekbewegingen= extensie 
een beweging van de middellijn af= abductie 
​een beweging naar de middellijn toe.= adductie 
binnenwaartse draaiing=Endorotatie
buitenwaartse draaiing.​=Exorotatie 


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Dynamische richtingsaanduidingen

een draaibeweging van de hand waarbij de handrug aan de bovenzijde komt te liggen; spaakbeen en ellepijp zijn gekruist.​=pronatie 
een draaibeweging van de hand waarbij de handpalm aan de bovenzijde komt te liggen; spaakbeen en ellepijp evenwijdig aan elkaar.​​=Supinatie 
 
draaiing van de voet waarbij de mediale voetrand omlaag gaat.= Inversie​
draaiing van de voet waarbij de mediale voetrand omhoog gaat.​=Eversie



Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat is een extensie ?
A
draaibeweging
B
binnenwaartse beweging
C
zijwaartse beweging
D
strekbeweging

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

hoe noem je een buigweging na voren?
A
Anteflexie
B
Adductie
C
Endorotatie
D
Retroflexie

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Welke beweging in welk vlak
1.  Frontale vlak​           - Abductie - Adductie

​2. Sagittaal vlak​         - Flexie – Extensie​

                                          - Anteflexie – retroflexie​​
3. Transversaal vlak​ -Endorotatie – exorotatie 






Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Vlakken en assen.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Assen
Sagittale as ( verdeelt het lichaam in links en rechts)​


Transversale as (verdeelt het lichaam in boven en onder) ​

Longitudinale as ( snijdt het lichaam in de lengte door, dit kan zowel voor en achter zijn = frontaal of links en rechts = sagittaal)​



Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Oppositie
Een beweging waarbij de duim zich tegenover de andere vingers stelt, waardoor de hand kan grijpen.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Welke bewegingen vinden in welke as plaats?
Sagittale as;​      Abductie - Adductie ​

Longitudinale as;​ Exorotatie – endorotatie​

Transversale as​  :Flexie – extensie​






Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten 
Ga naar TM Boek Anatomie en fysiologie n4​

                   4. De mens een geheel
 Maak de opdrachten van de volgende opdrachten ​
                       - Orgaanstelsel ​
                       - Topografie ​
Stel evt vragen ………​in de volgende les 




Slide 24 - Slide

This item has no instructions