(KEN) Trainingsleer werking van de skeletspieren

• Trainingsleer
• MBO
• Studiejaar 1

Welke botstukken zien we hier?

Welke botstukken zien we hier?

1=heiligbeen

2=darmbeen

3=zitbeen

4=schaambeen

5=schaambeenvoeg

verzamelnaam=heupbeen (OS Coxea)

Vertebrae cervicale

Vertebrae Thoracale

Vertebrae Lumbale

Vertebrae Os Sacrum

latijnse benaming voor kromming buikzijde en rugzijde

1. buikzijde = Lordose rugzijde = Kyfose
2. Buikzijde = Borst rugzijde = Rug
3. Buikzijde = Kyfose Rugzijde = Lordose
4. Geen idee

Welke soorten gewrichten
hebben we?

Kogelgewricht

Rolgewricht

Zadelgewricht

Kogelgewricht

Scharniergewricht

Eigewricht

Scharniergewricht

Scharniergewricht

Draaigewricht

Welke soorten gewrichten
hebben we?

Rolgewricht

Scharniergewricht

latijnse benaming voor kromming buikzijde en rugzijde

1. buikzijde = Lordose rugzijde = Kyfose
2. Buikzijde = Borst rugzijde = Rug
3. Buikzijde = Kyfose Rugzijde = Lordose
4. Geen idee

Borstbeen

Claviculla

Patella

Hand

Opperarmbeen

Humerus

Manus

Sternum

Sleutelbeen

Knieschijf

M. Biceps Brachi

M. Deltoideus

M. Obliquus Externus Abdominis

M. Latissimus Dorsi

M. Triceps Brachii

M. Trapezius

M. Serratus Anterior

M. Rectus Abdominis

M. Pectoralis Major

Voorbeeld van spieren

Skeletspieren

Skeletspieren

Botten kun je niet zomaar bewegen, daarvoor zijn spieren nodig. 

Spieren die aan je botten vast zitten noemen we de skeletspieren.

Skeletspieren

640 skeletspieren

vijf functies van skeletspieren .

1. beweging
2. handhaving van de lichaamshouding
3. ondersteuning
4. bescherming
5. verwarming

Skeletspieren (1)

Skeletspieren bestaan uit dwarsgestreept spierweefsel en zijn bevestigd aan de botten met een pees.

Skeletspieren (2) (dwarsgestreept)

Skeletspieren zitten vast aan het skelet met een pees.

Van groot naar klein:

Spier -> spierbundel -> spiervezel -> spierfibril -> spiercel 

Motorische eenheid:

alle spiervezels die via motorische eindplaatsjes in verbinding staan met één bewegingszenuwcel

Opdracht 1

Kijk of je blz 95 kunt invullen met behulp van je werkboek en internet.

• Kun je de eigenschappen van de verschillende types uitleggen?
  
• Kun je de bouw van een spier uitleggen?
• Leg uit waarom elke skeletspier een andere spier met tegengestelde werking nodig heeft.

Soorten spierweefsel

Skeletspier

Gladspierweefsel

Hartspier

Opdracht 2

• Vul bladzijde 96 in.
• Je mag gebruik maken van eerdere hoofdstukken en van het internet. 

Skelet

spieren

Skeletspieren

bewegingsassen en statische/dynamische richting aanduidingen

Leerdoelen

• Je benoemt dynamische richting aanduidingen.
  
• Je begrijpt welke beweging in welke as beweegt.
  
• Je legt bij verschillende bewegingen welke beweging het is en om welke as. 

Bewegingsassen

Onze gewrichten kunnen op veel manieren bewegen. De drie bewegingsassen zijn:

- Longitudinale = verticale as, ronddraaiende beweging, schouder

- Sagittale as = horizontale as, adductie en abductie, opzij bewegen van je arm

- Transversale as = ook horizontale as, anteflexie, retroflexie, flexie en extensie kunnen plaatsvinden

Assen

De lichaamsassen waarom bewegingen plaatsvinden, zijn als volgt in te delen, namelijk:

- Een transversale as (t-as) is een horizontale as die van links naar rechts loopt

- Een sagittale as (s-as) is een horizontale as die van voor naar achter loopt

- Een longitudinale as (l-as) is een verticale as

Longitudinale as

Sagittale as

Transversale as

Assen

AS

AS

AS

Saggitale as

Transversale as

Longitudinale as

Bewegingen

Flexie

Extensie

Abductie

Adductie

Anteflexie

Retroflexie

Plantairflexie

Dorsaalflexie

Lateroflexie

Torsie

Vs

Vs

Vs

Vs

Bewegingen vanuit de anatomische houding

Flexie = buigbeweging & extensie = strekbeweging. Gebruik bij elleboog, vinger

Anteflexie & retroflexie: het naar voren of naar achteren bewegen van de hele arm

Abductie =zijwaarts van het lichaam af & adductie = zijwaarts naar het lichaam toe van bijv arm

Exorotatie = buitenwaartse draaiing & endorotatie = binnenwaartse draaiing. Gebruik bij draaiing rond de lengte as

Supinatie = beweging omhoog tov de vloer & pronatie = beweging naar beneden tov de vloer, bijv. bij de voet

Opponeren = duim tegenover de vingers bewegen & reponeren = duim weer in stand anatomische houding brengen

Richtingaanduidingen

• flexie = buigbeweging & extensie = strekbeweging. Gebruik bij elleboog, vinger
  
• anteflexie & retroflexie: het naar voren of naar achteren bewegen van de hele arm 
• abductie =zijwaarts van het lichaam af 
• adductie = zijwaarts naar het lichaam toe van bijv arm  

BEWEGINGEN (dynamische richting aanduidingen)

- Buigen (flexie)

- Strekken (extensie)

Extra in de elleboog: 

- De duim naar buiten draaien (supinatie)

- De duim naar binnen draaien (pronatie)

Bewegingen schouder en heupgewicht 

Anteflexie

Retroflexie

Abductie

Adductie

Exorotatie

Endorotatie

Om welke as?

Transversale as

Transversale as

Sagitale as

Sagitale as

Longitudinale as

Longitudinale as

Het ellebooggewricht

Is een scharniergewricht. In een scharniergewricht zijn maar in één vlak bewegingen mogelijk: buigen (flexie) en strekken (extensie).

Maken bladzijde 99 t/m 106

Niet af?? Huiswerk!

Om welke assen vinden onderstaande bewegingen plaats?

Longitudinale as

Transversale as 

Saggitale as

Flexie in de elleboog

Anteflexie in de heup

Exorotatie in de schouder

Abductie in de schouder

Horizontale adductie in de schouder

Palmairflexie in de pols

Welke beweging wordt er gemaakt in de elleboog?

1. Extensie
2. Retro flexie
3. Flexie
4. Adductie

Flexie 

Extensie

Retroflexie

Anteflexie

Transversale as 

Saggitale as 

Longitudinale as 

Abductie en adductie

Anteflexie 

Flexie en extensie in een gewricht vindt plaats om een .... as:

1. Longitudinale
2. Transversale
3. Mediale
4. Sagittale

Welke beweging zien
we hiernaast?

1. Anteflexie
2. Flexie
3. Retroflexie
4. Extensie

Bij het maken van een koprol op een rekstok, maak je een beweging om de transversale as.

1. waar
2. niet waar

Welke vlakken en assen horen bij de onderstaande bewegingen?

Adductie & abductie

Anteflexie/retroflexie/flexie/extensie

Rotatie

Sagittaal vlak

Frontaal vlak

Transversaal vlak

Longitudinale as

Sagittale as

Transversale as

Anteflexie

Extensie

Flexie

Plantairflexie

Huiswerk: individueel of in 2-tal

Maak 3 verschillende screenshots van bewegingen in 2/3-tal. 

Dit mogen ook 3 verschillende plaatjes van bewegingen zijn. 

Vervolgens ga je beschrijven welke spieren gebruikt worden in deze beweging (agonist, antagonist, synergist), welke as de beweging plaats vindt en welke richtingaanduiding hierbij hoort.

Plantairflexie

Dorsaalflexie

Extensie

Flexie

Anteflexie

Retroflexie